RJ-4230B
Veelgestelde vragen en probleemoplossing |
Communicatie-instellingen gebruiken (voor Windows)
Volg de onderstaande stappen als u Communicatie-instellingen wilt gebruiken:
-
Open Printer Setting Tool.
Zie 'Werken met Printer Setting Tool (voor Windows)' als u wilt weten hoe u dit programma opent.
-
Klik op de knop [Communicatie-instellingen].
Het venster [Communicatie-instellingen] wordt weergegeven.
-
Geef de gewenste instellingen op of wijzig de instellingen.
Raadpleeg de volgende koppelingen voor meer informatie over de items van het venster [Communicatie-instellingen]:
- Het dialoogvenster voor instellingen
- Menubalk
- Het tabblad Algemeen
- Het tabblad Bluetooth
-
Gewijzigde instellingen toepassen op meerdere printers
Het dialoogvenster voor instellingen
-
Deze instellingen uitschakelen
Als u dit selectievakje inschakelt, wordt weergegeven op het tabblad en kunnen geen instellingen meer worden opgegeven of gewijzigd.
De instellingen op een tabblad waarop wordt weergegeven, worden niet toegepast op de printer, zelfs niet als u op [Toepassen] klikt. Ook worden de instellingen op het tabblad niet opgeslagen of geëxporteerd bij het geven van de opdracht [Opslaan in opdrachtbestand] of [Exporteren].
Schakel het selectievakje uit als u de instellingen wilt toepassen op de printer of als u ze wilt opslaan of exporteren. -
Items
Als u [Huidige status] selecteert, worden de huidige instellingen weergegeven in het gedeelte voor weergave en wijzigen van instellingen.
Selecteer het item waarvan u de instellingen wilt wijzigen. - Menubalk
-
Printer
Een lijst met verbonden printers. -
Bluetooth apparaatnaam
De naam van het Bluetooth-apparaat wordt weergegeven. (Zie Menubalk.) -
Tabbladen voor instellingen
Instellingen die kunnen worden opgegeven of gewijzigd.
Als wordt weergegeven op een tabblad, worden de instellingen op dat tabblad niet toegepast op de printer. -
Gedeelte voor weergave en wijzigen van instellingen
Weergave van de huidige instellingen voor het geselecteerde item. -
Vernieuwen
De weergegeven instellingen bijwerken met de meest recente informatie. -
Exit (Sluiten)
Het venster [Communicatie-instellingen] wordt gesloten. U keert terug naar het hoofdvenster van Printer Setting Tool.Wijzigingen in de instellingen worden niet doorgegeven naar de printers als u op [Sluiten] klikt zonder eerst op de knop [Toepassen] te klikken.
-
Apply (Toepassen)
De instellingen naar de printer sturen.
Als u de opgegeven instellingen wilt opslaan in een opdrachtbestand, selecteer dan [Opslaan in opdrachtbestand] in de keuzelijst.
Het opgeslagen opdrachtbestand kan in de massaopslagmodus worden gebruikt om de instellingen op een printer toe te passen.
Als u wilt weten hoe u de massaopslagmodus gebruikt, raadpleegt u 'Hoe schakel ik over naar de massaopslagmodus en hoe gebruik ik die modus?'.Door te klikken op [Toepassen] past u alle instellingen van alle tabbladen toe op de printer. Als het selectievakje 'Deze instellingen uitschakelen' is geselecteerd, worden de instellingen van dat tabblad niet toegepast.
-
Instellingen op printer toepassen
De instellingen naar de printer sturen. -
Instellingen opslaan in opdrachtbestand
De opgegeven instellingen opslaan in een opdrachtbestand.
De bestandsextensie is '.bin'.
Het opgeslagen opdrachtbestand kan in de massaopslagmodus worden gebruikt om de instellingen op een printer toe te passen.
Als u wilt weten hoe u de massaopslagmodus gebruikt, raadpleegt u 'Hoe schakel ik over naar de massaopslagmodus en hoe gebruik ik die modus?'.- Als het selectievakje [Deze instellingen uitschakelen] is geselecteerd, worden de instellingen van dat tabblad niet opgeslagen.
- De opgeslagen opdrachten voor communicatie-instellingen zijn alleen bedoeld voor het toepassen van instellingen op een printer. Als u deze instellingen met dit opdrachtbestand wilt toepassen op de printer, gebruik dan de massaopslagmodus.
- Neem de nodige maatregelen om opgeslagen opdrachtbestanden te beveiligen.
- Stuur het opdrachtbestand niet naar een ander model printer.
-
Importeren
Een te importeren profiel selecteren
Het geëxporteerde bestand importeren en de instellingen toepassen op een printer.
Klik op [Bladeren] en selecteer het bestand dat u wilt importeren. De instellingen in het geselecteerde bestand worden weergegeven in het gedeelte voor weergave en wijzigen van instellingen.- Alle instellingen kunnen worden geïmporteerd.
- U kunt alleen profielen importeren die compatibel zijn met de geselecteerde printer.
-
Exporteren
De huidige instellingen opslaan in een bestand.- Als het selectievakje [Deze instellingen uitschakelen] is geselecteerd, worden de instellingen van dat tabblad niet opgeslagen.
- Geëxporteerde bestanden worden niet gecodeerd.
-
Herstart de printer automatisch na toepassen van nieuwe instellingen
Als u dit selectievakje inschakelt, wordt de printer automatisch opnieuw opgestart na toepassing van de communicatie-instellingen.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, moet u de printers handmatig opnieuw starten.Bij het configureren van meerdere printers kunt u de procedure bespoedigen door dit selectievakje uit te schakelen. In dat geval raden we wel aan het selectievakje in te schakelen bij het configureren van de eerste printer, zodat u kunt controleren of elke instelling tegemoetkomt aan het beoogde doel.
-
Detecteert de verbonden printer automatisch en haalt de huidige instellingen op.
Als u dit selectievakje selecteert terwijl er een printer is aangesloten op de computer, wordt de printer automatisch gedetecteerd en worden de instellingen van de printer op dat moment weergegeven in het deelvenster [Huidige status].Als de aangesloten printer van een ander model is dan de printer in de keuzelijst [Printer], worden de instellingen die op de tabbladen beschikbaar zijn aangepast aan de aangesloten printer.
-
Naam knooppunt/Bluetooth apparaatnaam wijzigen
Hiermee kunt u de naam van een Bluetooth-apparaat wijzigen. -
Standaardcommunicatie-instellingen herstellen
Hiermee zet u de communicatie-instellingen terug op de fabrieksinstellingen. -
Help weergeven
De Help weergeven. -
Over
Geeft de versie-informatie weer.
Communicatie-instellingen
-
Bluetooth bij inschakelen
Dit bepaalt de voorwaarden voor een verbinding via Bluetooth wanneer de printer wordt ingeschakeld.
Selecteer [Standaard aan], [Standaard uit] of [Huidige status behouden].
Bluetooth-instellingen
-
Bluetooth-modus
Hiermee bepaalt u welke modus wordt gebruikt wanneer Bluetooth ingeschakeld is.
Mogelijke instellingen: [Klassiek en Laag energieverbruik], [Alleen Klassiek], [Alleen Laag energieverbruik]
Klassiek
-
Zichtbaar voor andere apparaten
Hier kunt u opgeven of de printer mag worden gedetecteerd door andere Bluetooth-apparaten.Mogelijke instellingen: [Vindbaar], [Niet vindbaar]
-
Pincode wijzigen
Als dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u de pincode wijzigen. -
De PIN-code op het scherm weergeven
Als u dit selectievakje inschakelt, worden pincodes standaard weergegeven op het scherm van de computer. -
Verzoek Secure Simple Pairing (SSP)-instellingen tijdens koppelen
Als dit selectievakje is ingeschakeld in de Bluetooth-modus Klassiek, moet u aanvullende instellingen opgeven. Druk tijdens het verificatieproces van de printer op de knop (Doorvoeren) / OK als u apparaten met Bluetooth-versie 2.1 of hoger koppelt.
Auto re-pairing (Automatisch opnieuw koppelen)
-
Auto re-pairing (Automatisch opnieuw koppelen)
Hiermee bepaalt u of er al dan niet automatisch verbinding moet worden gemaakt met een iOS-apparaat waarmee eerder verbinding is gemaakt.
Mogelijke instellingen: [Enable] (Inschakelen), [Disable] (Uitschakelen) -
Automatisch opnieuw gekoppeld apparaat verwijderen
Als u op deze knop klikt, worden de gegevens van automatisch opnieuw gekoppelde apparaten uit de printer verwijderd.
Laag energieverbruik
-
Modus Minimale beveiliging
Selecteer het minimale beveiligingsniveau bij gebruik van de modus [Alleen Laag energieverbruik].
Mogelijke instellingen: [Geen], [Niet-geverifieerde versleuteling], [Geverifieerde versleuteling], [Beveiligde LE-verbindingen] -
Verzoek Secure Simple Pairing (SSP)-instellingen tijdens koppelen
Als dit selectievakje is ingeschakeld in de modus [Alleen Laag energieverbruik], moet u aanvullende instellingen opgeven. Druk tijdens het verificatieproces van de printer op de knop (Doorvoeren) / OK als u apparaten koppelt die Laag energieverbruik ondersteunen.
Gewijzigde instellingen toepassen op meerdere printers
- Nadat u de instellingen hebt toegepast op de eerste printer, maakt u de printer los van de computer en sluit u de tweede printer aan op de computer.
-
Selecteer de pas aangesloten printer in de keuzelijst [Printer].
Als u het selectievakje [Detecteert de verbonden printer automatisch en haalt de huidige instellingen op] in het dialoogvenster [Optie-instellingen] inschakelt, wordt de met de USB-kabel aangesloten printer automatisch herkend. (Zie Menubalk.)
-
Klik op de knop [Toepassen].
Op de tweede printer worden nu dezelfde instellingen toegepast als op de eerste printer. -
Herhaal stap 1 - 3 voor alle printers waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
Als u de instellingen als bestand wilt opslaan, klikt u op [Bestand] - [Exporteren].
U kunt dezelfde instellingen toepassen op een andere printer door op [Bestand] - [Importeren] te klikken en het geëxporteerde instellingenbestand te selecteren. (Zie Menubalk.)