PT-D800W
Veelgestelde vragen en probleemoplossing |
Werken met Printer Setting Tool (voor Mac)
Met 'Printer Setting Tool' kunt u de communicatie-instellingen en apparaatinstellingen opgeven vanaf een Mac. U kunt niet alleen de apparaatinstellingen opgeven voor één printer, u kunt diezelfde instellingen ook toepassen op een reeks printers.
- 'Printer Setting Tool' wordt automatisch geïnstalleerd als u de printerdriver installeert met het normale installatieprogramma.
- 'Printer Setting Tool' is alleen beschikbaar voor compatibele Brother-printers.
Voordat u Printer Setting Tool gebruikt
- Zorg ervoor dat de netspanningsadapter is aangesloten op de printer en in het stopcontact zit of dat een volledig opgeladen batterij is geplaatst.
- Controleer of de printerdriver correct is geïnstalleerd en of u kunt afdrukken.
- Sluit de printer met een USB-kabel aan op een computer. Met deze tool is het alleen mogelijk om instellingen op te geven via USB.
De voorkeurstaal van uw Mac bepalen
Printer Setting Tool ondersteunt alleen de talen Engels en Japans.
De taal die u ziet (Engels of Japans) hangt af van de voorkeursinstellingen van uw Mac.
Volg de onderstaande stappen om de instellingen te controleren of te wijzigen. Controleer de onderstaande stappen.
-
Open [Systeemvoorkeuren].
-
Selecteer [Taal en regio].
-
Zet Engels hoger dan Japans in de lijst [Voorkeurstalen].
Werken met Printer Setting Tool (voor Mac)
-
Sluit de te configureren printer aan op de computer.
-
Klik op [Macintosh HD] - [Programma's] - [Brother] - [Printer Setting Tool] - [Printer Setting Tool.app].
Het venster [Printer Setting Tool] wordt weergegeven. -
Controleer of de printer die u wilt configureren wordt weergegeven naast [Printer].
Als een andere printer wordt weergegeven, selecteert u de gewenste printer in de keuzelijst.Als er slechts één printer aangesloten is, hoeft u geen printer te selecteren omdat alleen die printer wordt weergegeven.
-
Selecteer een tabblad en geef instellingen op of wijzig instellingen.
-
Klik op [Apply Settings to the Printer] (Instellingen op printer toepassen) op het tabblad met instellingen om de instellingen toe te passen op de printer.
-
Klik op [Exit] (Sluiten) om het opgeven van instellingen te voltooien.
Gebruik 'Printer Setting Tool' alleen om de printer te configureren wanneer deze in stand-by staat.
Als u de printer probeert te configureren op het moment dat de printer met een taak bezig is, kan een storing optreden.
Het dialoogvenster voor instellingen
-
Printer
Een lijst met verbonden printers. -
Importeren
Instellingen importeren uit een bestand. -
Exporteren
De huidige instellingen opslaan in een bestand. -
Tabbladen voor instellingen
Instellingen die kunnen worden opgegeven of gewijzigd. -
Instellingen op printer toepassen
De instellingen naar de printer sturen. -
Print Unit Settings (Apparaatinstellingen afdrukken)
Hiermee drukt u een rapport af met de firmwareversie en configuratiegegevens.
U kunt dit rapport ook afdrukken door de doorvoer-snijknop langer dan tien seconden ingedrukt te houden.Gebruik tape van 24 mm (0,94 inch) of 36 mm (1,4 inch) om dit rapport af te drukken.
-
Factory Reset (Fabrieksinstellingen)
Hiermee worden de fabrieksinstellingen van de printerinstellingen teruggehaald. -
Current Settings (Huidige instellingen)
Hiermee worden de huidige instellingen van de aangesloten printer opgehaald en weergegeven in het dialoogvenster. -
Exit (Sluiten)
Printer Setting Tool afsluiten.Tabblad Label Settings (Labelinstellingen)
Gewijzigde instellingen toepassen op meerdere printers
-
Auto Power On (Auto Voeding Aan)
Hiermee bepaalt u of de printer al dan niet automatisch wordt ingeschakeld wanneer de stekker in het stopcontact wordt gestoken.
Mogelijke instellingen: [Disable] (Uitschakelen), [Enable] (Inschakelen) -
Auto Power Off (AC/DC) (Auto Voeding uit (AC/DC))
Hiermee bepaalt u de duur van inactiviteit voordat de printer automatisch wordt uitgeschakeld indien aangesloten op een stopcontact.
Beschikbare instellingen: [None] (Geen), 10/20/30/40/50 minuten, 1/2/4/8/12 uur -
Auto Power Off (Li-ion) (Auto Voeding uit (Li-ion))
Instelling voor de duur van inactiviteit voordat de printer automatisch wordt uitgeschakeld bij voeding met de oplaadbare Li-ion-batterij.
Beschikbare instellingen: [None] (Geen), 10/20/30/40/50 minuten, 1 uur -
Print Information Report (Informatierapport afdrukken)
Hiermee bepaalt u welke printergegevens worden afgedrukt.
Mogelijke instellingen: [All] (Alles), [Usage Log] (Verbruikslog), [Printer Settings] (Printerinstellingen), [Printer Transfer Data] (Overdrachtsgegevens printer) -
Save Printer Print Log (Printerlogboek opslaan)
Hiermee bepaalt u of het printerlogboek al dan niet moet worden opgeslagen.
Mogelijke instellingen: [Enable] (Inschakelen), [Disable] (Uitschakelen)
Tabblad Label Settings (Labelinstellingen)
-
Length Adjustment (Aanpassing lengte)
De lengte van een afgedrukt label aanpassen aan de op de computer weergegeven lengte.
Mogelijke instellingen: -4 tot +4 (in stappen van 1) -
Full Cut Margin Adjustment (Aanpassing marge volledig afsnijden)
Hiermee past u de margelengte aan wanneer labels volledig worden afgesneden.
Mogelijke instellingen: -2 tot +2 (in stappen van 1) -
Half Cut Margin Adjustment (Aanpassing marge half afsnijden)
Hiermee past u de margelengte aan wanneer labels half worden afgesneden.
Mogelijke instellingen: -2 tot +2 (in stappen van 1) -
Test print (Testafdruk)
Hiermee drukt u een testlabel af om na te gaan of de aanpassingen het gewenste resultaat geven.
Tabblad Wireless LAN (Draadloos LAN)
-
WirelessDirect
De functie Wireless Direct in- en uitschakelen. -
SSID/Network Key Generation (SSID/Netwerksleutel genereren)
Selecteer [AUTO] of [STATIC].
-
SSID (Network Name)/Network Key (SSID (netwerknaam)/Netwerksleutel)
Voer de SSID (3 tot 25 ASCII-tekens) en de netwerksleutel in die in de modus Wireless Direct moeten worden gebruikt.
U kunt alleen een instelling opgeven als u [STATIC] hebt geselecteerd bij [SSID/Network Key Generation] (SSID/Netwerksleutel genereren). -
Display current settings (Huidige instellingen weergeven)
Weergave van de huidige instellingen voor Wireless Direct. Klik op de knop [Current Settings] (Huidige instellingen) om de weergegeven instellingen bij te werken met de meest recente informatie.
Gewijzigde instellingen toepassen op meerdere printers
-
Nadat u instellingen hebt toegepast op de eerste printer, maakt u de printer los van de computer en sluit u de tweede printer aan op de computer.
-
Selecteer de pas aangesloten printer in de keuzelijst [Printer].
-
Klik op [Apply Settings to the Printer] (Instellingen op printer toepassen).
Op de tweede printer worden nu dezelfde instellingen toegepast als op de eerste printer. -
Herhaal stap 1 - 3 voor alle printers waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
Als u de instellingen als bestand wilt opslaan, klikt u op [Export] (Exporteren).
U kunt dezelfde instellingen toepassen op een andere printer door op [Import] (Importeren) te klikken en het geëxporteerde instellingenbestand te selecteren.
-
Auto Power On (Auto Voeding Aan)