QL-600

Veelgestelde vragen en probleemoplossing

Veelgestelde vragen en probleemoplossing

Apparaatinstellingen gebruiken (voor Windows)

Volg de onderstaande stappen als u Apparaatinstellingen wilt gebruiken:  
 

  1. Open Printer Setting Tool.
    Zie 'Werken met Printer Setting Tool (voor Windows)’ bij de veelgestelde vragen. 
     
  2. Klik op de knop [Apparaatinstellingen].
    Het venster [Apparaatinstellingen] wordt weergegeven.
     
  3. Geef de gewenste instellingen op of wijzig de instellingen.
    Zie hieronder voor meer informatie.
    > Dialoogvenster voor instellingen
    > Menubalk
    > Tabblad Normaal
    > Gewijzigde instellingen toepassen op meerdere printers

    Dialoogvenster voor instellingen 

    Instellingen apparaat
     
    1. Menubalk

      De opdrachten staan per functie ingedeeld onder elk menu (Bestand, Onderhoud en Over).

    2. Printer
      De printer die u wilt configureren.
    3. Tabblad voor instellingen
      Instellingen die kunnen worden opgegeven of gewijzigd.

      Als niet_beschikbaar wordt weergegeven op een tabblad, kunnen de instellingen op dat tabblad niet worden gewijzigd. Bovendien worden de instellingen op dat tabblad niet toegepast op de printer, ook al klikt u op [Toepassen]. Ook worden de instellingen op het tabblad niet opgeslagen of geëxporteerd bij het geven van de opdracht [Opslaan in opdrachtbestand] of [Exporteren].

    4. Huidige instellingen
      Hiermee worden de huidige instellingen van de aangesloten printer opgehaald en weergegeven in het dialoogvenster. De instellingen worden ook opgehaald voor parameters op tabbladen met niet_beschikbaar.
    5. Deze instellingen uitschakelen
      Als u dit selectievakje inschakelt, wordt niet_beschikbaar weergegeven op het tabblad en kunnen geen instellingen meer worden opgegeven of gewijzigd.
      De instellingen op een tabblad waarop niet_beschikbaar wordt weergegeven, worden niet toegepast op de printer, zelfs niet als u op [Toepassen] klikt. Ook worden de instellingen op het tabblad niet opgeslagen of geëxporteerd bij het geven van de opdracht [Exporteren].
    6. Parameters
      Weergave van de huidige instellingen.
    7. Afsluiten
      Het venster Apparaatinstellingen wordt gesloten. U keert terug naar het hoofdvenster van Printer Setting Tool.
    8. Toepassen
      De instellingen naar de printer sturen.
      Om de huidige instellingen weer te geven selecteert u [Instelling controleren] in de keuzelijst.

     

    Menubalk

    Opties in het menu [Bestand] 
    • Instellingen op printer toepassen
      Hiermee past u de instellingen toe op de printer.
    • Instelling controleren
      Weergave van de huidige instellingen.
    • Importeren
      Een geëxporteerd bestand importeren.
    • Exporteren
      De huidige instellingen opslaan in een bestand.
      
    Opties in het menu Onderhoud 

    Om bepaalde opties weer te geven moet u over beheerdersrechten beschikken voor de computer of printer. U kunt controleren of u over beheerdersrechten voor de printer beschikt door te klikken op Eigenschappen van printer en vervolgens te klikken op het tabblad Beveiliging.

    • Resetten naar fabrieksinstellingen
      Hiermee zet u de apparaatinstellingen van het tabblad Basis terug op de fabrieksinstellingen.
    • Optie-instellingen
      Als u het selectievakje [Geen foutbericht weergeven als de huidige instellingen bij het opstarten niet kunnen worden opgehaald] inschakelt, wordt de volgende keer geen foutmelding weergegeven.
      
    Tabblad Normaal 

    Instellingen apparaat

     

    1. Auto Voeding Aan
      Hiermee bepaalt u of de printer al dan niet automatisch wordt ingeschakeld wanneer de stekker in het stopcontact wordt gestoken.
    2. Auto. Uitschakelen
      Hiermee bepaalt u de duur van inactiviteit voordat de printer automatisch wordt uitgeschakeld.
    3. Afdrukgegevens na te zijn afgedrukt
      Hiermee bepaalt u of afdrukgegevens na het afdrukken moeten worden gewist.
        
    Gewijzigde instellingen toepassen op meerdere labelprinters 
    1. Nadat u de instellingen hebt toegepast op de eerste printer, maakt u de printer los van de computer en sluit u de tweede printer aan.
    2. Selecteer de pas aangesloten printer in de keuzelijst Printer.
    3. Klik op [Toepassen]. Op de tweede printer worden nu dezelfde instellingen toegepast als op de eerste printer.
    4. Herhaal stap 1 t/m 3 voor alle printers waarvan u de instellingen wilt wijzigen.

      Als u de instellingen als bestand wilt opslaan, klikt u op [Export] (Exporteren).
      U kunt dezelfde instellingen toepassen op een andere printer door op [Importeren] te klikken en het geëxporteerde
      instellingenbestand te selecteren. Zie 'Het dialoogvenster voor instellingen' voor meer informatie.

Als u geen antwoord op uw vraag hebt gevonden, hebt u dan de andere vragen bekeken?

Hebt u de handleidingen bekeken?

Neem contact op met de Brother-klantenservice als u nog meer hulp nodig hebt:

Verwante modellen

QL-600

Feedback

Geef hieronder uw feedback. Aan de hand daarvan kunnen wij onze ondersteuning verder verbeteren.

Stap 1: is de informatie op deze pagina nuttig voor u?

Stap 2: wilt u nog iets toevoegen?

Dit formulier is alleen bedoeld voor feedback.