Symptoom / Oorzaak

• De draad zit verstrikt aan de achterkant van de stof.
  

   

   

• Nadat u begint met naaien, hoort u een ratelend geluid en u kunt niet doorgaan met naaien.
• Wanneer u onder de stof kijkt, ziet u verstrikte draad in het spoelhuis.
  

   

Wanneer de bovendraad onjuist is ingeregen, kan de bovendraad die door de stof gaat niet gemakkelijk worden opgehaald. De bovendraad raakt dan verstrikt in het spoelhuis en dit maakt een ratelend geluid.

Oplossing / Controleren

Verwijder de verstrikte draad en rijg de bovendraad op de juiste manier in volgens onderstaande procedure.

1. Schakel de naaimachine uit.

    

2. Verwijder de verstrikte draad. Als dit niet lukt, knip de draad dan los met een schaar.

    

   

    

3. Als de draad in het spoelhuis blijft zitten, verwijder dan het steekplaatdeksel en verwijder vervolgens de draden.
   Zie voor meer details Hoe reinig ik de machine? (Loophuis reinigen)

   Als de spoel uit het spoelhuis werd verwijderd, installeer dan eerst de spoel correct in het spoelhuis.
   Zie Hoe plaats ik de spoel waarop de draad is gewonden?

    

4. Verwijder de bovendraad uit de machine.

    

5. Zet de naaimachine aan.

    

6. Zet de persvoet omhoog met de persvoethendel.

   (1) Persvoethendel

   Als de persvoet niet omhoog staat, kunt u de naaimachine niet goed inrijgen.

    

7. Druk eenmaal of tweemaal op  (naaldstandtoets) om de naald omhoog te zetten.

   
   
    

8. Trek een stuk draad van de spoel en leid de draad vervolgens onder de draadgeleider.

   (1) Draadgeleider

    

9. Leid de draad van achteren naar voren onder het draadgeleiderdeksel.

   Houd de draad vast met uw rechterhand, zodat de draad die u uittrekt niet slap hangt. Leid de draad vervolgens met uw linkerhand onder het draadgeleiderdeksel.

   (1)  Draadgeleiderdeksel

    

10. Voer de bovendraad door volgens de aanwijzingen in onderstaande illustratie.
    
    

     

11. Let op dat u de draad van rechts naar links door de draadophaalhendel haalt, zoals aangegeven in onderstaande illustratie.

    U kunt alleen naaien als de draad stevig op de draadophaalhendel is gehaakt.

     

    (1) Draadophaalhendel

     

    Controleer of de draad stevig op de draadophaalhendel is gehaakt.

     

     

12. Leid de draad achter de draadgeleider aan de naaldstang boven de naald.
    U kunt de draad gemakkelijk achter de draadgeleider aan de naaldstang leiden door de draad in uw linkerhand te houden en de draad door te voeren met uw rechterhand.

    (1) Draadgeleider aan de naaldstang

     

13. Schakel de naaimachine uit.

     

14. Zet de persvoethendel omlaag.

    (1) Persvoethendel

     

15. Terwijl u de hendel van de naaldinrijger omlaag haalt, haakt u de draad op de geleider.

    (1) Naaldhouder (2) Hendel van de naaldinrijger (3) Geleider

     

16. Zet de hendel van de naaldinrijger geheel omlaag.

     

    

     

    Het eind van de naaldinrijger roteert naar u toe en de haak gaat door het oog van de naald.

     

    Als de naald niet omhoog is gezet in de hoogste stand, kan de naaldinrijger de naald niet inrijgen.

    Draai het handwiel tegen de klok in tot de naald in de hoogste stand staat.

    (1) Markering op het handwiel

     
17. Leid de draad in de haak zoals hieronder aangegeven.

    (1) Haak (2) Draad

     

18. Houd de draad losjes vast terwijl u de hendel van de naaldinrijger loslaat. De haak trekt de draad door de naald.

     

    

     

19. Trek de lus van de draad die door het oog van de naald is geleid naar de achterkant van de machine.

    (1)  Draadlus

     

    Als de draad niet door het oog van de naald gaat, begin dan opnieuw vanaf stap 15.
     

    Trek niet te krachtig aan de draad. Anders verbuigt u de naald.

     

20. Zet de persvoethendel omhoog.

    (1) Persvoethendel

     

21. Leid het eind van de draad door de persvoet en trek ca. 5 cm (2 inch) draad naar de achterkant van de machine.
     

    (1) 5 cm (2 inch)