Wanneer de stof vastzit in de naaimachine en niet kan worden verwijderd, is de draad mogelijk verstrikt onder de steekplaat. Volg onderstaande procedure om de stof te verwijderen uit de machine.

Stof uit de machine verwijderen

1. Stop de naaimachine onmiddellijk.

    

2. Schakel de naaimachine uit.

    

3. Verwijder de naald.
   Zie Hoe verwissel ik de naald?

   Als de naald omlaag staat in de stof, draai dan het handwiel van u af (met de klok mee) om de naald omhoog te halen uit de stof. Verwijder vervolgens de naald.

4. Verwijder de persvoet en de persvoethouder.
   Zie Hoe verwijder of bevestig ik de persvoet? en Hoe verwijder of bevestig ik de persvoethouder?

    

5. Til de stof op en knip de draden eronder af.
   Verwijder de stof, als dit lukt. Ga door met onderstaande stappen om het loophuis te reinigen.

    

6. Verwijder het steekplaatdeksel.

   (1) Ontgrendeling steekplaatdeksel (2) Steekplaatdeksel

7. Knip de verstrikte draden los en verwijder de spoel.
   
   
8. Verwijder het spoelhuis.
   Verwijder eventuele draden die nog in het spoelhuis zitten.

   (1) Spoelhuis

9. Gebruik het schoonmaakborsteltje of een stofzuiger om stof van en rondom het loophuis te verwijderen.

   (1) Borsteltje (2) Loophuis

    

   > Als het lukt om de stof te verwijderen, doorgaan met stap 17.
   > Als het niet lukt om de stof te verwijderen, doorgaan met stap 10.

    

10. Draai met de bijgesloten schijfvormige schroevendraaier de twee schroeven op de steekplaat los.
    
    
     

    Pas op dat de losse schroeven niet in de machine vallen.

11. Til de steekplaat een stukje op, knip eventuele verstrikte draad los en verwijder de steekplaat.
    Verwijder de stof en draden van de steekplaat.
    
    

     

    Als u zelfs na deze stappen de stof niet kunt verwijderen, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.

     

12. Verwijder eventuele draden uit het loophuis en rond de transporteur.

     

13. Draai het handwiel om de transporteur omhoog te zetten.

     

14. Lijn de twee schroefgaten in de steekplaat uit met de twee gaten in de bevestigingsplaat van de steekplaat en bevestig de steekplaat aan de machine.

     

15. Draai met uw vingers de schroef aan de rechterkant van de steekplaat losjes vast. Draai vervolgens met de schijfvormige schroevendraaier de schroef aan de linkerkant stevig vast. Draai tenslotte de schroef aan de rechterkant stevig vast.

     

    

     

16. Draai het handwiel om te controleren of de transporteur soepel loopt en niet de randen van de sleuven in de steekplaat raakt.

    (1) Juiste positie van transporteur (2) Onjuiste positie van transporteur (3) Steekplaat (4) Transporteur

17. Breng het spoelhuis zo in dat de -markering op het spoelhuis is uitgelijnd met de -markering op de machine, zoals hieronder aangegeven.

    Lijn de -markering en de -markering uit.

    (1) -markering (2) -markering (3) Spoelhuis

    Zorg dat de aangegeven punten zijn uitgelijnd voordat u het spoelhuis installeert.

     

    • Gebruik nooit een spoelhuis dat gekrast is. De bovendraad kan anders verward raken, waardoor de naald kan breken of de naairesultaten mogelijk minder goed worden. Voor een nieuw spoelhuis (onderdeelcode: XE7560-001), neemt u contact op met het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.
    • Plaats het spoelhuis op de juist manier, anders kan de naald breken.
18. Steek het lipje op het steekplaatdeksel in het gat in de steekplaat en plaats dan het steekplaatdeksel op de juiste manier.

    (1) Steekplaatdeksel (2) Lipje (3) Gat

     

    Controleer of het steekplaatdeksel niet uitsteekt buiten het oppervlak van de machine.

     

19. Schuif het steekplaatdeksel vanaf de voorkant terug op zijn plaats.

    (1) Steekplaatdeksel

     

    Als het steekplaatdeksel uitsteekt buiten het oppervlak van de machine, verwijder dan het steekplaatdeksel en installeer het opnieuw.
    Wanneer u naait terwijl het steekplaatdeksel uitsteekt, kan het steekplaatdeksel loslaten. Zo kunt u letsel oplopen als uw vingers het loophuis raken.

     

    

     

20. Controleer de toestand van de naald en installeer de naald vervolgens.
    Als de naald in slechte staat is, bijvoorbeeld verbogen, installeer dan een nieuwe naald.

    Plaats vóór gebruik de vlakke kant van de naald op een vlakke ondergrond en controleer of de afstand tussen de naald en de vlakke ondergrond overal gelijk is.

    (1) Vlakke kant (2) Markering naaldtype

    Juiste naald

    (1) Vlakke ondergrond

    Onjuiste naald

    Is de afstand tussen de naald en de vlakke ondergrond niet gelijk, dan is de naald verbogen. Een verbogen naald niet gebruiken.

    (1) Vlakke ondergrond

    Een verbogen naald niet gebruiken. Het is uiterst gevaarlijk om te naaien met een verbogen naald, omdat de naald dan kan breken terwijl u aan het werk bent.

     

Functionering van de machine controleren

Als u de steekplaat hebt verwijderd, controleer dan het functioneren van de machine om na te gaan of de installatie correct is uitgevoerd.

1. Zet de machine aan.

    

2. Selecteer (steek voor middelste naaldstand).

   Installeer de persvoet en draad nog niet.

3. Draai het handwiel langzaam naar u toe (tegen de klok in) en controleer vanaf alle kanten of de naald in het midden van het gat in de steekplaat neerkomt.
   Als de naald de steekplaat raakt, verwijdert u de steekplaat en installeert u deze opnieuw.

    

   (1) Gat in de steekplaat (2) Handwiel

    

4. Selecteer  (zigzagsteek). Stel de steeklengte en steekbreedte in op de maximale waarde.

    

5. Draai het handwiel langzaam naar u toe (tegen de klok in) en controleer of de naaldstand en transporteur goed werken.
   Als de naald of transporteur de steekplaat raakt, is er mogelijk sprake van een storing. Neem dus contact op met het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.

    

6. Schakel de machine uit en installeer de persvoethouder en persvoet. 
   Zie Hoe verwijder of bevestig ik de persvoethouder? en Hoe verwijder of bevestig ik de persvoet?

    

7. Installeer de spoel.
   Zie Hoe plaats ik de spoel waarop de draad is gewonden?

    

8. Rijg de machine goed in.
   Zie Hoe rijg ik de draad in de naaimachine?

   De draad kan verstrikt raken wanneer de bovendraad onjuist is ingeregen. Zorg dat de machine juist is ingeregen.

9. Naai een proefstukje op een stukje normale stof.

   Wanneer het naaien niet goed gaat, ligt het mogelijk aan het onjuist inrijgen van de bovendraad of aan dunne stof. Als die proefnaaien geen goed resultaat oplevert, controleer dan hoe de bovendraad is ingeregen en controleer de stof die u gebruikt.