FS100WT

Veelgestelde vragen en probleemoplossing

Veelgestelde vragen en probleemoplossing

Onjuiste draadspanning

Wanneer de draadspanning onjuist is, de machine als volgt controleren.

 

1. Controleer of de draad correct in de machine is geregen.

  • De onderdraad is zichtbaar aan de voorkant van de stof.
  • De bovendraad ziet eruit als een rechte lijn aan de voorkant van de stof.

(1) Achterkant van de stof

(2) Onderdraad zichtbaar aan voorkant van de stof

(3) Bovendraad

(4) Voorkant van de stof

(5) Onderdraad

De onderdraad is onjuist ingeregen.

Zet de draadspanningsknop terug op “4”, en raadpleeg Bovendraad te strak om de draad op de juiste manier in te rijgen.

 

  • De bovendraad is zichtbaar aan de achterkant van de stof.
  • De onderdraad is een rechte lijn aan de achterkant van de stof.
  • Het stiksel op de achterkant van de stof is los of er zit ruimte in.

(1) Achterkant van de stof

(2) Bovendraad

(3) Voorkant van de stof

(4) Onderdraad

(5) Bovendraad zichtbaar aan achterkant van de stof

Bovendraad is onjuist ingeregen.

Zet de draadspanningsknop terug op “4”, en raadpleeg Draad verstrikt op achterkant van stof om de bovendraad op de juiste manier in te rijgen.

 

 

2. Controleer of u de juiste naald en draad gebruikt voor de stof.

Welke naaimachinenaald u moet gebruiken hangt af van de stof die u gebruikt en de dikte van de draad.

Wanneer u niet de juiste naald en draad gebruikt voor de stof, wordt de draadspanning onjuist en daardoor rimpelt de stof op of worden steken overgeslagen.

Zie Combinatie van stof, draad en naald.

 

 

3. Selecteer de juiste instelling voor de draadspanning.

Draai de draadspanningsknop om de juiste draadspanning te selecteren.

De juiste draadspanning is afhankelijk van de soort stof en draad die u gebruikt.

  • Pas de draadspanning en test het resultaat op een restje van dezelfde stof die u gebruikt voor uw naaiwerk.
  • Als de bovendraad en de onderdraad niet goed zijn ingeregen, kunt u de draadspanning niet goed krijgen, zelfs niet door de draadspanningsknop te draaien. Controleer eerst of de bovendraad en onderdraad juist zijn ingeregen. Pas vervolgens de draadspanning aan.

Wanneer de onderdraad zichtbaar is aan de voorkant van de stof.

(1) Achterkant van de stof

(2) Onderdraad zichtbaar aan voorkant van de stof

(3) Bovendraad

(4) Voorkant van de stof

(5) Onderdraad

 

Draai de draadspanningsknop op een lagere waarde (naar links). (Draadspanning losser.)

 

 

afbeelding

 

 

 

Wanneer de bovendraad zichtbaar is aan de achterkant van de stof.

(1) Achterkant van de stof

(2) Bovendraad

(3) Voorkant van de stof

(4) Onderdraad

(5) Bovendraad zichtbaar aan achterkant van de stof

 

Draai de draadspanningsknop op een hogere waarde (naar rechts). (Draadspanning strakker.)

 

 

afbeelding

 

 

Staat het antwoord op uw vraag er niet bij, kijkt u dan eerst bij de andere vragen:

Heeft u de beschikbare handleidingen bekeken?

Heeft u meer hulp nodig, dan kunt u contact opnemen met de Brother-klantenservice.

Verwante modellen

BC-2100/2300, BC-2500, CS10, CS120WT, CS70, DS-120, DS-140, FS100WT, FS-20, FS-40, FS60, FS60s, FS70WT, FS70WTs, KD40, KE20

Feedback

Geef hieronder uw feedback. Aan de hand daarvan kunnen wij onze ondersteuning verder verbeteren.

Stap 1: is de informatie op deze pagina nuttig voor u?

Stap 2: wilt u nog iets toevoegen?

Dit formulier is alleen bedoeld voor feedback.