(1) Klospen
(2) Draadgeleider
(3) Draadophaalhendel
(4) Markering op het handwiel

1. Zet de machine uit.
    

   



2. Zet de persvoethendel omhoog.
    

   

    

   (1) Persvoethendel



3. Zet de naald omhoog door het handwiel naar u toe te draaien (tegen de klok in) zodat de markering op het wiel omhoog staat.
    

   

    

   (1) Markering op het wiel

    

   Als de naald niet goed omhoog staat, kunt u de naaimachine niet goed inrijgen.
    

    


4. Zwenk de klospen omhoog en verwijder de kloskap.
    

   

    

   (1) Klospen
   (2) Kloskap

   
   
    
5. Plaats de klos garen voor de bovendraad volledig op de klospen.
    

   Schuif de klos op de pen, zodat de klos horizontaal zit, en de draad van onderen naar de voorkant afwikkelt.

    
    

   

    
   • Als de klos niet zodanig is geplaatst dat de draad correct wordt gewonden, kan de draad verward raken rond de klospen en kan de draad of de naald breken.
   • Als de gebruikte kloskap kleiner is dan de klos, kan de draad vastraken, bijvoorbeeld in de gleuf van de klos, of kan de naald breken.
    


6. Schuif de kloskap op de klospen.
    

   

    

   Wanneer u draait met fijne kruiswikkeldraad, gebruikt u de kleine kloskap. Laat een beetje ruimte tussen de kap en de klos.

   
   

   (1) Kloskap (kleine) (2) Klos (kruiswikkeldraad) (3) Ruimte

• Terwijl u de klos vasthoudt met uw rechterhand, trekt u met uw linkerhand aan de draad en leidt u de draad vervolgens onder de draadgeleider A.
   

  

   

  (1) Draadgeleider "A"



• Leid de draad van achteren naar voren onder de draadgeleider B.
   

  

   

  (1) Draadgeleider "B"

   

  Houd de draad vast met uw rechterhand, zodat de draad die u uittrekt niet slap hangt. Leid de draad vervolgens met uw linkerhand onder de draadgeleider B.

   


• Rijg de machine in door de draad langs het pad te leiden dat wordt aangegeven door het nummers op de machine.
   

  



• Let op dat u de draad van rechts naar links door de draadophaalhendel haalt zoals aangegeven in onderstaande illustratie.
   

  

   

  (1) Draadophaalhendel

   

  Als de draadophaalhendel omlaag staat, kunt u de bovendraad niet om de draadophaalhendel wikkelen. Zet de naald omhoog door het handwiel naar u toe te draaien (tegen de klok in) zodat de markering op het wiel omhoog staat.

   


• Houd de draad achter de geleider boven de naald.
   

  

   

  (1) Draadgeleider aan de naaldstang



• Zet de persvoethendel omlaag.
   

  

   

  (1) Persvoethendel



• Zorg dat de markering op het wiel naar boven wijst, zoals aangegeven in onderstaande illustratie.
   

  

  (1) Markering op het wiel



• Terwijl u de hendel van de naaldinrijger omlaag haalt, haakt u de draad op de geleider.
   

  

   

  (1) Naaldhouder
  (2) Hendel van de naaldinrijger
  (3) Geleider



• Haal de hendel van de naaldinrijger zo veel mogelijk omlaag en draai de hendel naar de achterkant van de machine (van u af). Let op dat de haak door het oog van de naald gaat en de draad pakt.
   

  

   

  (1) Haak
  (2) Draad

   

  Houd de draad voor de naald, zodat de haak de draad pakt.
   

   


• Houd de draad losjes vast, draai de hendel van de naaldinrijger naar de voorkant van de machine (naar u toe). De haak trekt de draad door de naald.
   

  



• Zet de hendel van de naaldinrijger omhoog.
   

  



• Trek de lus van de draad die door het oog van de naald is geleid naar de achterkant van de machine.
   

  

  (1) Draadlus

   
   

  Trek niet te krachtig aan de draad. Anders verbuigt u de naald.
   

   
   
  • Als de draad niet door het oog van de naald gaat, begin dan opnieuw vanaf stap 13.
  • Naaldinrijger kan niet worden gebruikt wanneer de tweelingnaald wordt gebruikt. In dit geval dient u de draad als hieronder beschreven door de naald te rijgen.
     

    

   


• Zet de persvoethendel omhoog.
   

  

   

  (1) Persvoethendel



• Leid het eind van de draad door de persvoet en trek ca. 5 cm (2 inch) draad naar de achterkant van de machine.
   

  

   

  (1) 5 cm (2 inch)

   

  Als u de draad niet goed invoert, kan dit leiden tot problemen bij het naaien.