MFC-J4610DW
Veelgestelde vragen en probleemoplossing |
De functie Scannen naar FTP configureren en gebruiken
Scannen naar FTP is een functie die het mogelijk maakt om zwart-wit- of kleurendocumenten rechtstreeks te scannen naar een FTP-server in uw lokale netwerk of op internet. De gegevens die voor het gebruik van Scannen naar FTP nodig zijn, kunt u invoeren met Beheer via een webbrowser en opslaan in een FTP-profiel.
Scannen naar FTP is pas beschikbaar nadat u een FTP-profiel hebt geconfigureerd.
Klik op de koppeling voor de precieze stappen:
FTP-profielen configureren voor de functie Scannen naar FTP:
- Druk het netwerkconfiguratierapport af om het IP-adres van het Brother-apparaat te verkrijgen.(Klik hier om te zien hoe u het netwerkconfiguratierapport kunt afdrukken.)
-
Open Beheer via een webbrowser op een computer die deel uitmaakt van hetzelfde netwerk als het Brother-apparaat. Als u Beheer via een webbrowser wilt gebruiken, opent u een webbrowser (Internet Explorer bijvoorbeeld) en voert u het IP-adres van het Brother-apparaat in, zoals u dit hebt gevonden in het netwerkconfiguratierapport. (Bijvoorbeeld http://[IP-adres van uw apparaat])
Als u een wachtwoord hebt geconfigureerd voor de netwerkkaart van uw apparaat, moet u eerst het netwerkwachtwoord invoeren in het veld Log in boven in het scherm en vervolgens op drukken. Standaard is er GEEN wachtwoord voor de netwerkkaart van het Brother-apparaat.
- Klik op het tabblad Scan.
- Selecteer het menu Scannen naar FTP/netwerk.
- Selecteer de FTP -optie voor het profiel dat u wilt gebruiken voor Scannen naar FTP.
-
Onder Een door de gebruiker gedefinieerde bestandsnaam maken kunt u een bestandsnaam opgeven die als voorvoegsel voor gescande documenten moet worden gebruikt. U kunt twee door de gebruiker gedefinieerde bestandsnamen opslaan naast de zeven vooraf ingestelde bestandsnamen.
U kunt maximaal 15 tekens invoeren. Als u een veld verwijdert dat in gebruik is, wordt dit automatisch gewijzigd in 'Naamknooppunt'. -
Als alle wijzigingen zijn aangebracht, klikt u op Indienen.
- Klik op Scannen naar FTP/netwerkprofiel.
-
Klik op de Profielnaam die u wilt configureren en wijzig de instellingen voor scannen naar FTP.
-
Voer de volgende informatie in:
Profielnaam:
Voer de naam in die u wilt gebruiken voor het profiel van de FTP-server. Deze naam wordt weergegeven op het Brother-apparaat wanneer u de functie Scannen naar FTP gebruikt. (Maximaal 15 tekens)
Hostadres:
Voer het hostadres (maximaal 64 tekens) in, de domeinnaam van de FTP-server waarmee u verbinding wilt maken, of het IP-adres van de FTP-server. (Bijv.: ftp.example.com of 192.23.56.189)
Gebruikersnaam:
Voer de gebruikersnaam in die is geregistreerd bij de FTP-server voor het apparaat. (Maximaal 32 tekens)
Nieuw wachtwoord/Wachtwoord opnieuw typen:
Voer het wachtwoord in dat bij de FTP-server voor het apparaat is geregistreerd. (Maximaal 32 tekens)
Directory opslaan:
Voer de doelmap in waar het document op de FTP-server wordt opgeslagen. Zorg ervoor dat u een schuine streep naar voren vóór het directorypad / invoert. (bijv.: /brother/abc) (maximaal 60 tekens)
Bestandsnaam:
Selecteer de bestandsnaam die u wilt gebruiken als voorvoegsel voor het gescande document. Het helpt u het gescande document te identificeren. U kunt kiezen uit zeven vooraf ingestelde en twee door de gebruiker gedefinieerde bestandsnamen. De bestandsnaam die voor uw document wordt gebruikt, is de bestandsnaam die u hebt gekozen plus de laatste 6 cijfers van de teller van de flatbed/ADF-scanner plus de bestandsextensie. (bijv.: Estimate098765.pdf. U kunt ook handmatig een bestandsnaam van maximaal 15 tekens invoeren.
Kwaliteit:
Selecteer de scankwaliteit. Als u de optie Selectie gebruiker selecteert, vraagt het apparaat telkens aan de gebruiker om een instelling te selecteren wanneer hij of zij het scanprofiel gebruikt.
Bestandstype:
Selecteer het type bestand dat u wilt gebruiken voor het gescande document. Als u de optie Selectie gebruiker selecteert, vraagt het apparaat telkens aan de gebruiker om een instelling te selecteren wanneer hij of zij het scanprofiel gebruikt.
Passieve modus:
Stel de passieve modus in op UIT of AAN , afhankelijk van de configuratie van uw FTP-server en netwerkfirewall. Standaard staat deze instelling op Aan.
Poortnummer:
Voer het poortnummer in dat wordt gebruikt voor toegang tot de FTP-server. Standaard is de poort 21, maar u kunt deze wijzigen als uw server een andere poort gebruikt.
- Nadat u de instellingen hebt ingevoerd, klikt u op Indienen.
De functie Scannen naar FTP gebruiken:
- Laad uw document.
- Druk op Scan.
- Druk op de pijl omhoog of omlaag om Scannen naar FTP te kiezen .
- Druk opScannen naar FTP.
-
Druk op de pijl omhoog of omlaag om een van de weergegeven FTP-serverprofielen te kiezen. Ga op een van de volgende manieren te werk:
- Als het profiel Scannen naar FTP is voltooid, gaat u verder met stap 6.
- Als het profiel Scannen naar FTP niet is voltooid, wordt u gevraagd de ontbrekende informatie in te voeren. Wanneer u klaar bent met de instellingen, gaat u verder met stap 6.
- Druk op Start. Op het LCD-scherm wordt Verbinden weergegeven. Zodra er verbinding is gemaakt met de FTP-server, wordt met scannen begonnen.
Als u de glasplaat van de scanner gebruikt, wordt op het LCD-scherm Next Page? (Volgende pagina?) weergegeven. Druk op Ja of Nee. Als u op Ja drukt, laadt u de volgende pagina en drukt u op OK. Herhaal dit voor elke volgende pagina.
Feedback
Geef hieronder uw feedback. Aan de hand daarvan kunnen wij onze ondersteuning verder verbeteren.