U kunt een document scannen en de scan opslaan in de gewenste map met behulp van het ControlCenter4. Klik op de koppeling hieronder voor de gebruikersinterface van ControlCenter4 die u gebruikt.

• Startmodus
• Geavanceerde modus

Opmerking: De onderstaande figuren zijn een voorbeeld en kunnen afwijken van uw Brother-apparaat en besturingssysteem.

Startmodus

1. Laad uw document.
2. Klik op het tabblad Scan.
3. Selecteer Type document en Scanformaat.
4. Klik op (Scan).

   

    

5. De gescande afbeelding wordt weergegeven in de viewer. Controleer en (indien nodig) bewerk de gescande afbeelding.
6. Klik op Opslaan.
    

   

    

7. Het dialoogvenster wordt weergegeven. Configureer de instellingen en klik op OK. Het beeld wordt opgeslagen in de door u gekozen map.
    

   

    

    

   Bestandstype

   Type Bestand:
   Kies in de keuzelijst Type Bestand het bestandstype dat de bijlage moet krijgen. Opmerking: Welke bestandstypen beschikbaar zijn, hangt af van uw Brother-apparaat en besturingssysteem.

    

   • Windows Bitmap (*.bmp)
   • JPEG (*.jpg)
   • TIFF (*.tif)
   • TIFF Multi-Page (*.tif)
   • Portable Network Graphics (*.png)
   • PDF (*.pdf)
   • High Compression PDF (*.pdf)
   • Beveiligde PDF (*.pdf)
   • XML Paper Specification (*.xps)
   • XML Paper Specification is beschikbaar voor Windows Vista® en hoger of bij gebruik van toepassingen met ondersteuning voor XML Paper Specification-bestanden.
   • Als u het bestandstype op JPEG, PDF of Secure PDF, instelt, kunt u de bestandsgrootte confugureren.
   • Als u het bestandstype op TIFF of TIFF Multi-Page instelt, kunt 'Niet-gecomprimeerd' of 'Gecomprimeerd' kiezen.
    

   Bestandsnaam

   In het vak Bestandsnaam bijvoorbeeld kunt u instellen welke tekst altijd moet worden gebruikt aan het begin van de bestandsnaam van het bestand met de scan.
    

   Destination Folder:

   Bij Bestemmingsfolder kunt u de map opgeven waarin de scans moeten komen.
   
    

Geavanceerde modus

1. Laad uw document.
    
2. Klik op het tabblad Scan.
    
3. Klik op  (bestand).
    

   

    

4. Het dialoogvenster met scaninstellingen wordt weergegeven. In dit dialoogvenster configureert u de scaninstellingen. Als u op voorhand een voorbeeld wilt zien van de scan en instellingen wilt opgeven, schakel dan het selectievakje Voorbeeldscan in.
    

   

    

5. Klik op Scan. Het beeld wordt opgeslagen in de door u gekozen map.