• Ga voor het wijzigen of verwijderen van een eentoetsnummer naar Deel A: Eentoetsnamen of -nummers wijzigen of verwijderen.
   
• Ga voor het wijzigen of verwijderen van een snelkiesnummer naar Deel B: Snelkiesnamen of -nummers wijzigen of verwijderen.

Deel A: Eentoetsnamen of -nummers wijzigen of verwijderen
U kunt een bestaand eentoetsnummer als volgt wijzigen of verwijderen:

1. Druk op Menu en kies Fax => Adresboek => Directkies.
    
2. Druk op de toets van het eentoetsnummer dat u wilt wijzigen of verwijderen.

    

   • Voor nummer 21 t/m 40 houdt u Shift ingedrukt terwijl u op het eentoetsnummer drukt.
      
   • Op het display van het Brother-apparaat wordt de naam of het nummer van de eentoetslocatie weergegeven met daarbij '1. Wijzig 2. Stop.'

    

3. Druk op 1.
    
4. Druk op de pijl omhoog of omlaag om het type nummer te kiezen.
   
   U kunt kiezen uit F/T, E-mail en IFAX.
    
5. Druk op de knop OK.
    
6. Ga op een van de volgende manieren te werk:

    

   • Als u het huidige nummer of e-mailadres wilt behouden, gaat u naar stap 7.
      
   • Als u F/T hebt gekozen in stap 4, dan kunt u nu het fax- of telefoonnummer aanpassen of invoeren met de cijfertoetsen.
     
     Het nummer kan maximaal twintig tekens lang zijn.
     
     Met de knop Herkies/Pauze kunt u een pauze van 3,5 seconden invoeren (Groot-Brittannië: 2,8 seconden) in het nummer dat u opslaat.
     
     U kunt zo vaak als nodig is op Herkies/Pauze drukken om de pauze langer te maken.
      
   • Als u E-mail of IFAX hebt gekozen in stap 4, dan kunt u nu het e-mailadres aanpassen of invoeren met de cijfertoetsen.
     
     Voor het e-mailadres kunnen maximaal zestig tekens worden gebruikt.

    

   • Ga als volgt te werk om een teken te wissen:

      

     1. Druk op de pijl naar links of rechts om de cursor onder het teken te zetten dat u wilt verwijderen.
         
     2. Druk op Wis/terug om het teken te verwijderen.
        
        Door meerdere keren op Wis/terug te drukken verwijdert u meerdere tekens.

      

   • Ga als volgt te werk om een teken toe te voegen:

      

     1. Druk op de pijl naar links of rechts om de gewenste cursor op de plaats te zetten waar u een nieuw teken wilt toevoegen.
         
     2. Typ het teken dat u wilt toevoegen.

    

   • Als u E-mail hebt gekozen in stap 4 en een e-mailadres hebt opgeslagen onder het eentoetsnummer, dan kunt u het e-mailadres alleen gebruiken wanneer het Brother-apparaat in de scanmodus staat.
      
   • Als u IFAX hebt gekozen in stap 4 en een e-mailadres hebt opgeslagen onder het eentoetsnummer, dan kunt u het e-mailadres alleen gebruiken wanneer het Brother-apparaat in de faxmodus staat.

    

7. Druk op de knop OK.
    
8. Ga op een van de volgende manieren te werk:

    

   • Als u de huidige naam wilt behouden, gaat u naar stap 9.
      
   • Ga als volgt te werk als u één teken wilt wissen:

      

     1. Druk op de pijl naar links of rechts om de cursor onder het teken te zetten dat u wilt verwijderen.
         
     2. Druk op Wis/terug om het teken te verwijderen.
        
        Door meerdere keren op Wis/terug te drukken verwijdert u meerdere tekens.

      

   • Ga als volgt te werk als u een teken wilt toevoegen:

      

     1. Druk op de pijl naar links of rechts om de gewenste cursor op de plaats te zetten waar u een nieuw teken wilt toevoegen.
         
     2. Typ het teken dat u wilt toevoegen.

    

9. Druk op de knop OK.
    
10. Ga op een van de volgende manieren te werk:

     

    • Als u de standaardinstellingen voor de fax-/scanresolutie niet wilt wijzigen, gaat u naar stap 12.
       
    • Als u F/T hebt gekozen in stap 4 en bij het nummer ook een specifieke fax-/scanresolutie wilt opslaan, ga dan als volgt te werk:

       

      1. Druk op de pijl omhoog of omlaag om Std, Fijn, S.Fijn of Foto te kiezen.
          
      2. Druk op de knop OK.
          
      3. Ga naar stap 13.

       

    • Als u E-mail hebt gekozen in stap 4 en bij het e-mailadres ook een specifieke fax-/scanresolutie wilt opslaan, ga dan als volgt te werk:

       

      1. Druk op de pijl omhoog of omlaag om Kleur100dpi, Kleur200dpi, Kleur300dpi, Kleur600dpi, Grijs100dpi, Grijs200dpi, Grijs300dpi, Z/W200dpi of Z/W200x100 te selecteren.
          
      2. Druk op de knop OK.
          
      3. Ga naar stap 11.

       

    • Als u IFAX hebt gekozen in stap 4 en bij het nummer ook een specifieke fax-/scanresolutie wilt opslaan, ga dan als volgt te werk:

       

      1. Druk op de pijl omhoog of omlaag om Std, Fijn of Foto te kiezen.
          
      2. Druk op de knop OK.
          
      3. Ga naar stap 13.

     

11. Ga op een van de volgende manieren te werk:

     

    • Als u een zwart-witresolutie hebt gekozen in stap 10, druk dan op de pijl omhoog of omlaag om de bestandsindeling te kiezen die zal worden gebruikt om te verzenden naar uw computer.
      
      U kunt kiezen uit TIFF, PDF en Secure PDF.
       
    • Als u een resolutie voor grijstinten of kleur hebt gekozen in stap 10, druk dan op de pijl omhoog of omlaag om de bestandsindeling te kiezen die zal worden gebruikt om te verzenden naar uw computer.
      
      U kunt kiezen uit PDF, Secure PDF, JPEG en XPS.

     

12. Druk op de knop OK.
     
13. Ga op een van de volgende manieren te werk:

     

    • Voer stap 2 tot en met 12 opnieuw uit als u nog een eentoetsnummer wilt wijzigen of verwijderen.
       
    • Druk op Stop/Eindigen om het wijzigen of verwijderen van eentoetsnummers te beëindigen.

Deel B: Snelkiesnamen of -nummers wijzigen of verwijderen
U kunt een bestaand snelkiesnummer als volgt wijzigen of verwijderen:

1. Druk op Menu en kies Fax => Adresboek => Snelkiezen.
    
2. Voer de driecijferige snelkieslocatie in van het nummer dat u wilt wijzigen of verwijderen.
    
3. Druk op de knop OK.
   
   Op het display van het Brother-apparaat wordt de naam of het nummer van de snelkieslocatie weergegeven met daarbij '1. Wijzig 2. Stop.'

    

4. Druk op 1.
    
5. Druk op de pijl omhoog of omlaag om het type nummer te kiezen.
   
   U kunt kiezen uit F/T, E-mail en IFAX.
    
6. Druk op de knop OK.
    
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:

    

   • Als u het huidige nummer of e-mailadres wilt behouden, gaat u naar stap 8.
      
   • Als u F/T hebt gekozen in stap 5, dan kunt u nu het fax- of telefoonnummer aanpassen of invoeren met de cijfertoetsen.
     
     Het nummer kan maximaal twintig tekens lang zijn.
     
     Met de knop Herkies/Pauze kunt u een pauze van 3,5 seconden invoeren (Groot-Brittannië: 2,8 seconden) in het nummer dat u opslaat.
     
     U kunt zo vaak als nodig is op Herkies/Pauze drukken om de pauze langer te maken.
      
   • Als u E-mail of IFAX hebt gekozen in stap 5, dan kunt u nu het e-mailadres aanpassen of invoeren met de cijfertoetsen.
     
     Voor het e-mailadres kunnen maximaal zestig tekens worden gebruikt.

    

   • Ga als volgt te werk om een teken te wissen:

      

     1. Druk op de pijl naar links of rechts om de cursor onder het teken te zetten dat u wilt verwijderen.
         
     2. Druk op Wis/terug om het teken te verwijderen.
        
        Door meerdere keren op Wis/terug te drukken verwijdert u meerdere tekens.

      

   • Ga als volgt te werk om een teken toe te voegen:

      

     1. Druk op de pijl naar links of rechts om de gewenste cursor op de plaats te zetten waar u een nieuw teken wilt toevoegen.
         
     2. Typ het teken dat u wilt toevoegen.

    

   • Als u E-mail hebt gekozen in stap 5 en een e-mailadres hebt opgeslagen onder het snelkiesnummer, dan kunt u het e-mailadres alleen gebruiken wanneer het Brother-apparaat in de scanmodus staat.
      
   • Als u IFAX hebt gekozen in stap 5 en een e-mailadres hebt opgeslagen onder het snelkiesnummer, dan kunt u het e-mailadres alleen gebruiken wanneer het Brother-apparaat in de faxmodus staat.

    

8. Druk op de knop OK.
    
9. Ga op een van de volgende manieren te werk:

    

   • Als u de huidige naam wilt behouden, gaat u naar stap 10.
      
   • Ga als volgt te werk als u één teken wilt wissen:

      

     1. Druk op de pijl naar links of rechts om de cursor onder het teken te zetten dat u wilt verwijderen.
         
     2. Druk op Wis/terug om het teken te verwijderen.
        
        Door meerdere keren op Wis/terug te drukken verwijdert u meerdere tekens.

      

   • Ga als volgt te werk als u een teken wilt toevoegen:

      

     1. Druk op de pijl naar links of rechts om de gewenste cursor op de plaats te zetten waar u een nieuw teken wilt toevoegen.
         
     2. Typ het teken dat u wilt toevoegen.

    

10. Druk op de knop OK.
     
11. Ga op een van de volgende manieren te werk:

     

    • Als u de standaardinstellingen voor de fax-/scanresolutie niet wilt wijzigen, gaat u naar stap 13.
       
    • Als u F/T hebt gekozen in stap 5 en bij het nummer ook een specifieke fax-/scanresolutie wilt opslaan, ga dan als volgt te werk:

       

      1. Druk op de pijl omhoog of omlaag om Std, Fijn, S.Fijn of Foto te kiezen.
          
      2. Druk op de knop OK.
          
      3. Ga naar stap 14.

       

    • Als u E-mail hebt gekozen in stap 5 en bij het e-mailadres ook een specifieke fax-/scanresolutie wilt opslaan, ga dan als volgt te werk:

       

      1. Druk op de pijl omhoog of omlaag om Kleur100dpi, Kleur200dpi, Kleur300dpi, Kleur600dpi, Grijs100dpi, Grijs200dpi, Grijs300dpi, Z/W200dpi of Z/W200x100 te selecteren.
          
      2. Druk op de knop OK.
          
      3. Ga naar stap 12.

       

    • Als u IFAX hebt gekozen in stap 5 en bij het nummer ook een specifieke fax-/scanresolutie wilt opslaan, ga dan als volgt te werk:

       

      1. Druk op de pijl omhoog of omlaag om Std, Fijn of Foto te kiezen.
          
      2. Druk op de knop OK.
          
      3. Ga naar stap 14.

     

12. Ga op een van de volgende manieren te werk:

     

    • Als u een zwart-witresolutie hebt gekozen in stap 11, druk dan op de pijl omhoog of omlaag om de bestandsindeling te kiezen die zal worden gebruikt om te verzenden naar uw computer.
      
      U kunt kiezen uit TIFF, PDF en Secure PDF.
       
    • Als u een resolutie voor grijstinten of kleur hebt gekozen in stap 11, druk dan op de pijl omhoog of omlaag om de bestandsindeling te kiezen die zal worden gebruikt om te verzenden naar uw computer.
      
      U kunt kiezen uit PDF, Secure PDF, JPEG en XPS.

     

13. Druk op de knop OK.
     
14. Ga op een van de volgende manieren te werk:

     

    • Voer stap 2 tot en met 13 opnieuw uit als u nog een snelkiesnummer wilt wijzigen, verwijderen of opslaan.
       
    • Druk op Stop/Eindigen om het wijzigen of verwijderen van snelkiesnamen of -nummers te beëindigen.