Er zijn vier scanopties: Scannen naar afbeelding, Scannen naar OCR, Scannen naar e-mail en Scannen naar bestand:

• Afbeelding (standaard: Voor Windows: Microsoft® Paint / voor Macintosh: Apple® Preview)
  Hiermee kunt u een pagina scannen en rechtstreeks overbrengen naar een grafisch programma. U kunt de doeltoepassing kiezen, zoals Microsoft® Paint, Corel® Paint Shop Pro®, Adobe® Photoshop®, Apple®Works6 Paint, Apple® Safari of om het even welk ander programma voor het bewerken van afbeeldingen op de computer.
   
• OCR (standaard: Voor Windows: Microsoft® Notepad / voor Macintosh: Apple® TextEdit)
  Hiermee kunt u een pagina of document scannen en automatisch het OCR-programma starten waarmee tekst (geen grafische afbeeldingen) wordt overgebracht naar een tekstverwerker. U kunt de doeltoepassing voor tekst kiezen, zoals Microsoft® Notepad, Microsoft® Word, Corel® WordPerfect®, Apple®Works 6 applicatie of om het even welke tekstverwerker op de computer.
   
• E-mail (standaard: uw gebruikelijke e-mailsoftware)
  Hiermee kunt u een pagina of document scannen en rechtstreeks overbrengen naar een e-mailprogramma als bijlage. U kunt het bestandstype en de resolutie voor de bijlage kiezen.
   
• Bestand
  Hiermee kunt u rechtstreeks scannen en de gegevens opslaan als bestand. U kunt het bestandstype en de doelmap kiezen..

Hoe kan het ControlCenter geopend worden:

Voor Windows gebruikers:

1. Open ControlCenter.
   (Windows 7)
   Klik op Windows/start-> (Alle) Programma's ->Brother-> [modelnaam] -> ControlCenter. 
   ControlCenter zal in het systeemvak nabij de systeemklok weergegeven worden (Er verschijnt een blauw vierkant.)
    
    

   

   (Windows 8 of hoger) indien beschikbaar*
   *: Klik hier voor infomatie betreft de compabiliteit van de besturingssystemen.

    

   1. (Windows 8)
      Op het Startscherm, klik op . Als  niet op het Startscherm staat, klik techts op een lege plek en klik op AlleApps via de balk.(Windows 10)
      Klik opStart => (Alle apps =>) Brother.
   2. Klik op Brother Utilities.
   3. Selecteer uw modelenaam vanuit de lijst.
   4. Klik op ControlCenter.
      ControlCenter zal in het systeemvak nabij de systeemklok weergegeven worden (Er verschijnt een blauw vierkant.)

    

   

    

    

2. Om het programma te openen dubbelklikt u op het icoon van ControlCenter in het systeemvak.
   
    

Voor Macintosh Gebruikers:

Er kunnen twee verschillende versies van het ControlCenter2 software beschikbaar zijn afhankelijk van het model en besturingssysteem. Als u niet weet welke versie u heeft, probeer de stappen voor elke versie uit te voeren.

• Huidige versie
• Vorige versie

Huidige versie

1. Om de applicatie ControlCenter2 te openen, klik op Ga in de Finder balk, Applicaties => Brother => ControlCenter. Dubbelklik op ControlCenter.
   Het ControlCenter wordt geopend en een icoon wordt geplaatst in de dock.
    
   

Vorige versie

1. Om de applicatie ControlCenter2 te openen, klik op Ga in de Finder balk, Applicaties =>Brother => ControlCenter.app of Macintosh HD => Bibliotheek=> Printers => Brother => Utilities => ControlCenter => ControlCenter app.
   Dubbelklik op de ControlCenter.app.
   Het ControlCenter wordt geopend en een icoon wordt rechts boven in het scherm naast de systeemtijd geplaatst. In het vervolg kunt het icoon aanklikken en Open selecteren om de applicatie te gebruiken.
   
    

<Moderne gebruikersinterface>

<Klassieke gebruikersinterface>

Instellingen configureren of wijzigen:
 

• Scannen naar afbeelding
• Scannen naar OCR
• Scannen naar e-mail
• Scannen naar bestand

Scannen naar afbeelding (voorbeeld: Microsoft® Paint)

1. Klik op de knop Configuratie.
2. Selecteer Scan -> Afbeelding.
3. Klik op het tabblad Bedieningsknop Software.
4. Kies de juiste toepassing uit de keuzelijst Doel Applicatie.
   *U kunt een toepassing aan de lijst toevoegen door op de knop Toevoegen te klikken. Met Verwijderen kunt u een toepassing verwijderen.
     

    

5. Als u een toepassing wilt toevoegen, klikt u op Toevoegen en voert u de volgende gegevens in:
   - Applicatienaam (maximaal 30 tekens) ....(1) 
   - Applicatielocatie ....(2)
   - Type Bestand ....(3)
    
    

    

6. Klik op Toevoegen.
7. Wijzig de overige instellingen zo nodig.
8. Als u een deel van een pagina wilt scannen en vervolgens bijsnijden na het vooraf scannen van een document, schakelt u Scannerinterface weergeven in.
    
    
9. Klik op OK.

Scannen naar OCR (tekstverwerker)

1. Klik op de knop Configuratie.
2. Selecteer Scan -> OCR.
3. Klik op het tabblad Bedieningsknop Software.
4. Kies de gewenste tekstverwerker uit de keuzelijst Doel Applicatie.
   *U kunt een toepassing aan de lijst toevoegen door op de knop Toevoegen te klikken. Met Verwijderen kunt u een toepassing verwijderen.
    
    

    

5. Als u een toepassing wilt toevoegen, klikt u op Toevoegen en voert u de volgende gegevens in:
   - Applicatienaam (maximaal 30 tekens) ....(1) 
   - Applicatielocatie ....(2)
   - Type Bestand ....(3)
    
    

    

6. Klik op Toevoegen.
7. Wijzig de overige instellingen zo nodig.
8. Als u een deel van een pagina wilt scannen en vervolgens bijsnijden na het vooraf scannen van een document, schakelt u Scannerinterface weergeven in.
    
    
9. Klik op OK.

Scannen naar e-mail

1. Klik op de knop Configuratie.
2. Selecteer Scan -> E-mail.
3. Klik op het tabblad Bedieningsknop Software.
4. Kies de gewenste e-mailtoepassing uit de keuzelijst E-mail Programma.
    

   Wanneer u ControlCenter voor de eerste keer start, bevat de keuzelijst een standaardlijst met compatibele e-mailtoepassingen. Als u problemen ondervindt wanneer u een bepaalde toepassing gebruikt met ControlCenter, moet u een toepassing uit de lijst kiezen.

    

    

   *U kunt een toepassing aan de lijst toevoegen door op de knop Toevoegen te klikken. Met Verwijderen kunt u een toepassing verwijderen.
     

    

5. Als u een toepassing wilt toevoegen, klikt u op Toevoegen en voert u de volgende gegevens in:
   - Applicatienaam (maximaal 30 tekens) ....(1) 
   - Applicatielocatie ....(2)
   - Type Bestand ....(3)
    
    

    

6. Klik op Toevoegen.
7. Wijzig zo nodig de overige instellingen voor het maken van bijlagen.
8. Als u een deel van een pagina wilt scannen en vervolgens bijsnijden na het vooraf scannen van een document, schakelt u Scannerinterface weergeven in.
    
    

    

9. Klik op OK.

Scannen naar bestand

1. Klik op de knop Configuratie
2. Selecteer Scan -> Bestand.
3. Klik op het tabblad Bedieningsknop Software.
4. Als u de bestandsnaam wilt wijzigen, voert u bij Bestandsnaam de bestandsnaam (maximaal 100 tekens) in die u voor het document wilt gebruiken.
   De bestandsnaam is de door u geregistreerde bestandsnaam, de huidige datum en een volgnummer.
    
    

    

5. Kies in de keuzelijst Type Bestand het bestandstype dat de opgeslagen afbeelding moet krijgen.
   Klik op het pictogram  en kies de doelmap voor het bestand.
    
6. Schakel het vakje Map weergeven in als u na het scannen de map wilt weergeven waarin de gescande afbeelding is opgeslagen.
    
    

    

7. Schakel het vakje Venster Opslaan als weergeven in als u de doelmap wilt opgeven elke keer dat u scant.
    
    

    

8. Als u een deel van een pagina wilt scannen en vervolgens bijsnijden na het vooraf scannen van een document, schakelt u Scannerinterface weergeven in.
     
    
9. Klik op OK.