De melding Afdrukken onm 32 of Machinefout 32 wordt weergegeven als er papier of etiketten zijn vastgelopen in de printer of drumeenheid.

Volg de onderstaande instructies om deze foutmelding te laten verdwijnen:

1. Zet het apparaat uit met de schakelaar aan de rechterzijde van het apparaat.
   
   

   

2. Druk op de knop om de klep aan de voorzijde te openen.
   
   

   
   

3. Trek de drumeenheid als volgt naar buiten:
   
   

   • Pak de groene greep van de drumeenheid. Til de drumeenheid op en trek de eenheid zo ver mogelijk naar buiten.
     
     
     
   • Ontgrendel de grijze vergrendeling (1) aan de linkerkant van de printer. Trek de drumeenheid aan de groene grepen volledig uit de printer.
     
     

     

     
     
     

     Draag de drumeenheid aan de groene grepen. Pak NOOIT de zijkanten van de drumeenheid vast.

     

     
     

     • Wij raden u aan om de drumeenheid op een schone, vlakke ondergrond te leggen. Leg er een stuk papier onder voor het geval u wat toner morst.
     • Voorkom schade aan de printer als gevolg van statische elektriciteit en raak de in de afbeelding getoonde contactpunten NIET aan.
       

     

     
     

4. Kijk na het verwijderen van de drumeenheid goed in de printer en verwijder alle stukjes papier of etiketten.
   
   
5. Verwijder de vier tonercartridges uit de drumeenheid. Pak de greep van de tonercartridge en trek de cartridge uit de drumeenheid. Doe dit voor alle tonercartridges.
   
   
   Wij raden u aan om de tonercartridges op een schone, vlakke ondergrond te leggen. Leg er een stuk papier onder voor het geval u wat toner morst.
   

   

   
   

6. De drumeenheid heeft vier openingen waar de tonercartridges zaten. Bekijk de openingen en de zwarte rol in elke opening. Als u stukjes papier of etiketten ziet, moet u die verwijderen. Controleer ook de rechter- en linkerkant van de drumeenheid op stukjes papier of etiketten.
   
   
7. Draai de drumeenheid om en controleer op stukjes papier of etiketten die vastzitten in of op de zwarte rollen
   
   

   

   
   

8. Draai de drumeenheid om en breng de tonercartridges aan. Schuif de tonercartridges aan de greep in de drumeenheid. De kleur van de tonercartridge moet overeenkomen met het kleurenlabel op de drumeenheid. Wanneer de tonercartridges op hun plaats zitten, moet u de greep van de tonercartridges terugvouwen.
   
    

   1. C- cyaan, 2. M- magenta, 3. Y- geel, 4. K- zwart

   

   
   

9. Pak de groene delen van de belteenheid met beide handen vast en til deze eenheid eerst op, waarna u de eenheid naar buiten trekt. Controleer aan de onderkant van de belteenheid of er geen papier aan zit.
   
   

   Wij raden u aan om de belteenheid op een schone, vlakke ondergrond te leggen. Leg er een stuk papier onder voor het geval u wat toner morst.
   

   

   
   

10. Verwijder het afvalbakje voor toner aan de groene greep uit de printer.
    
    

    Ga voorzichtig om met het opvangbakje voor afvaltoner, zodat u niet per ongeluk toner morst. Als u toner op uw handen of kleding krijgt, moet u de getroffen plek onmiddellijk afvegen of afwassen met koud water.
    

    

    
    
11. Kijk binnen in de printer, vooral aan de achterzijde, of u geen stukken papier of etiketten ziet. Er kan een stuk papier of een etiket vastzitten in de buurt van de rol diep achter in de printer. Controleer de rol en haal het papier of de etiketten uit de printer.
    
    
    • Voorkom beschadiging van de rol en gebruik GEEN scherpe voorwerpen, dit kan afdrukproblemen veroorzaken.
    • Raak de in de figuur gekleurd weergegeven interne onderdelen NIET aan. Die onderdelen zijn erg warm na gebruik.
      
      

      

      
      
12. Plaats het afvalbakje voor toner aan de groene greep terug in de printer.
    
    

    

    
    
13. Plaats de belteenheid terug in de printer. De pijl op de belteenheid moet samenvallen met de pijl op de printer.
    
    

    

     
14. Plaats de drumeenheid als volgt terug in de printer.
    
    
    1. Zorg ervoor dat de grijze vergrendeling (1) omhoog staat en plaats de drumeenheid in de printer. Druk de grijze vergrendeling (1) omlaag.
       
       

       

       
       

       Let er bij het installeren van de drumeenheid op dat de groene geleiders (1) van de drumeenheid samenvallen met de groene pijlen (2) aan weerszijden van de printer.

       

        
    2. Duw de drumeenheid zo ver mogelijk naar binnen.
       
       
       
15. Sluit de klep aan de voorzijde.
    
    

    

    
    

16. Schakel de printer weer in.
    
    
    
17. Als het probleem nog aanwezig is, schakel de printer uit en vervolgens weer aan.
    
     
18. Als het probleem aanwezig blijft, neemt u contact op met de Brother-klantenservice.