Voor de beste afdrukkwaliteit moet u het apparaat instellen op de soort papier die u gebruikt.
Wanneer u een ander formaat in het Brother-apparaat plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat aanpassen.
Het papier moet in staande richting in de papierlade worden geplaatst. Leg het papier NIET in liggende richting in de papierlade.
Wat voor papierformaat u ook gebruikt, u moet het papier altijd zo in de papierladen plaatsen dat beide lange zijden van het papier aan de linker- en rechterkant van de papierlade en beide korte zijden aan de voor- en achterkant van de papierlade zitten.
Leg het document met de bedrukte zijde naar onder in de linkerbovenhoek van de glasplaat. Gebruik de hulplijnen links naast en boven de glasplaat.
Als uw Brother-apparaat een automatische documentinvoer (ADF) heeft, kunt u het document ook in de ADF leggen met de bedrukte zijde naar beneden en de bovenkant eerst.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Druk op Mono Start om een kopie te maken in zwart-wit.
Druk op Kleur Start om een kopie te maken in kleur.
Uw Brother-apparaat kan maximaal 99 kopieën maken.
Druk op Kopie.
Leg het document met de bedrukte zijde naar onder in de linkerbovenhoek van de glasplaat. Gebruik de hulplijnen links naast en boven de glasplaat.
Als uw Brother-apparaat een automatische documentinvoer (ADF) heeft, kunt u het document ook in de ADF leggen met de bedrukte zijde naar beneden en de bovenkant eerst.
Voer met de cijfertoetsen het gewenste aantal exemplaren in (maximaal 99).