De draadloze netwerkfunctie van deze printer kan gemakkelijk worden in- en uitgeschakeld met een druk op de knop Go. Met de knop Go van de printer zet u deze functie aan of uit, afhankelijk van uw wensen. Als u draadloos via het netwerk wilt afdrukken op de printer, dan moet u de draadloze netwerkfunctie inschakelen.

Als u de draadloze netwerkkaart van de printer wilt inschakelen (of uitschakelen, afhankelijk van de status), controleer dan eerst de draadloze status van de printer:

1. De printer moet gereed zijn en het blauwe lampje bij Ready moet continu branden. Houd de knop Go ingedrukt totdat de printer begint met afdrukken (ongeveer 15 seconden).
2. Laat Go los wanneer een netwerkconfiguratiepagina wordt afgedrukt.
3. Bekijk op de afgedrukte netwerkconfiguratiepagina de eerste regel met informatie. Dit is het type knooppunt.
   
   Als hierbij wordt aangegeven dat deze functie actief is, dan is de draadloze netwerkfunctie ingeschakeld. De printer is in staat om draadloos te communiceren.
   

   

   
   
   Als hierbij wordt aangegeven dat deze functie inactief is, dan is de draadloze netwerkfunctie uitgeschakeld. De printer is NIET in staat om draadloos te communiceren.
   

   

   
   

Wanneer u weet wat de status van de draadloze functie op de printer is, kunt u de functie in- of uitschakelen afhankelijk van uw wensen.

1. Houd de knop Go opnieuw ongeveer 15 seconden ingedrukt, totdat een nieuwe netwerkconfiguratiepagina wordt afgedrukt. Afhankelijk van de vorige status wordt nu de nieuwe status (actief of inactief) weergegeven.