MFC-8870DW
Veelgestelde vragen en probleemoplossing |
Wat zijn het voor- en achtervoegsel voor de functie Fax naar Server?
De faxserver heeft de juiste indeling nodig voordat de functie Fax naar Server kan worden gebruikt. Het faxnummer waarnaar u wilt faxen moet worden ingevoerd met een voorvoegsel en een achtervoegsel in overeenstemming met de parameters die de faxserver gebruikt. Meestal wordt als voorvoegsel dit gebruikt: fax=. Het achtervoegsel is dan de domeinnaam van de e-mailgateway van de faxserver. Het achtervoegsel moet ook het teken @ bevatten (aan het begin). Het voor- en achtervoegsel moeten in het apparaat worden opgeslagen, voordat u de functie Fax naar Server kunt gebruiken.
Meer informatie over het opslaan van het voor- en achtervoegsel vindt u in "Hoe zet ik Fax naar Server op Aan?" De faxnummers kunnen worden opgeslagen als eentoetsnummer of snelkiesnummer. Ook invoer met de cijfertoetsen (maximaal 20 cijfers) is mogelijk.
Als u een document wilt faxen naar het faxnummer 123-555-0001, dan ziet dit er als volgt uit.
Wanneer Fax naar Server op Aan staat, wordt alle automatische faxcommunicatie van het apparaat verzonden naar de faxserver voor verdere afhandeling. Met de handmatige faxfunctie is het echter nog steeds mogelijk om een fax rechtstreeks vanaf het apparaat te verzenden.