Antwoordapparaat fysiek aansluiten op de FAX/MFC:

1. Sluit een telefoonsnoer rechtstreeks aan tussen de met LINE aangegeven aansluiting op de FAX/MFC en de telefoonwandcontactdoos.
   
   
2. Sluit een ander telefoonsnoer aan tussen de aansluiting voor de telefoonlijn op het antwoordapparaat en de aansluiting op het apparaat (in de Verenigde Staten aangegeven met EXT op de FAX/MFC).
   

FAX/MFC in de modus Ext. TEL/ANT plaatsen:

1. Druk op de knop FAX als die niet groen oplicht.
   
   
2. Druk op de knop Menu/Instellen.
   
   
3. Druk op de pijl omhoog of omlaag totdat Stand.instel. wordt weergegeven en druk op Menu/Instellen.
   
   
4. Druk op de pijl omhoog of omlaag totdat Ontvangstmodus wordt weergegeven en druk op Menu/Instellen.
   
   
5. Ga met de pijl omhoog of omlaag naar Ext. TEL/ANT.
   
   
6. Druk op Menu/Instellen om uw keuze te bevestigen.
   
   
7. Druk op Stop/Eindigen om het menu te verlaten. Rechts naast de datum en tijd wordt Ant weergegeven op het display. Dit wil zeggen dat de FAX/MFC in de stand voor een extern antwoordapparaat staat.
   

Werking van de modus Ext. TEL/ANT:

Wanneer iemand naar uw telefoon-/faxnummer belt (om u een fax te sturen of om met u te spreken), gaat elke telefoon op de lijn (ook de FAX/MFC) het aantal keren over dat u op het antwoordapparaat hebt ingesteld. Als u de oproep niet aanneemt, doet het antwoordapparaat dat. Tijdens het afspelen van uw meldtekst luistert de FAX/MFC op de achtergrond naar een faxsignaal. Als de FAX/MFC een faxsignaal hoort, wordt het inkomende faxbericht automatisch ontvangen. Als geen faxsignaal wordt gedetecteerd, doet het apparaat niets en kan de beller een boodschap inspreken.

Aantal belsignalen en meldtekst instellen:

Wij raden u aan om het antwoordapparaat twee of drie keer te laten overgaan. Vier is het maximum, maar dit wordt niet aangeraden. Wanneer een fax wordt verzonden, is ongeveer 35 seconden een faxsignaal te horen. Als het antwoordapparaat er te lang over doet om aan te nemen, kan de verbinding door het verzendende faxapparaat worden verbroken voordat uw FAX/MFC de oproep aanneemt. Wij raden ook aan de meldtekst op het antwoordapparaat niet langer te laten duren dan twintig seconden en laat aan het begin van de tekst een stilte van vijf seconden. Beëindig de meldtekst door de ontvangstcode voor de fax te geven voor mensen die handmatig een fax willen verzenden. Bijvoorbeeld: "Spreek uw boodschap in na de piep of druk op *51 gevolgd door Start als u een fax wilt verzenden." Wanneer ze op *51 drukken, wordt een faxsignaal gegeven ten teken dat het apparaat van de beller mag gaan verzenden.

Fax Waarnemen:

Alle faxapparaten van Brother zijn in de fabriek voorgeprogrammeerd met de functie Fax Waarnemen ingeschakeld. Wanneer u deze functie gebruikt, hoeft u niet op Mono Start of Kleur Start te drukken of de faxontvangstcode *51 (*91 in Nieuw-Zeeland) in te voeren wanneer u een faxoproep aanneemt. Wacht tot het faxapparaat de oproep aanneemt (Ontvangen wordt weergegeven op het display als u bij het apparaat staat of u hoort faxtonen als u aanneemt op een tweede toestel) en hang op. De FAX/MFC doet de rest.

*Fax Waarnemen instellen:

1. Druk op de knop FAX als die niet groen oplicht.
   
   
2. Druk op de knop Menu/Instellen.
   
   
3. Druk op de pijl omhoog of omlaag totdat Fax wordt weergegeven en druk op Menu/Instellen.
   
   
4. Druk op de pijl omhoog of omlaag totdat Ontvangstmenu wordt weergegeven en druk op Menu/Instellen.
   
   
5. Druk op de pijl omhoog of omlaag totdat Fax Waarnemen wordt weergegeven en druk op Menu/Instellen.
   
   
6. Ga met de pijl omhoog of omlaag naar Aan.
   
   
7. Druk op Menu/Instellen om uw keuze te bevestigen.
   
   
8. Druk op Stop/Eindigen om het menu te verlaten.