Zorg ervoor dat de instellingen voor het soort papier in de printerdriver of de optie Papiersoort in het apparaat passen bij het papier dat u gebruikt.
Printerdriver:
Optie Papiersoort in het menu van het apparaat:
Druk op Menu en of om Standaardinst. te selecteren. Druk op Instellen of Menu/Instellen.
Druk op of om Papiersoort te selecteren. Druk op Instellen of Menu/Instellen.
Druk op of om Normaal, Dun, Dik, Dikker, Transparanten of Kringlooppapier te selecteren. Druk op Instellen of Menu/Instellen.
Druk op Stop/Eindigen.
Het papier komt met de afdrukzijde naar beneden in de uitvoerlade aan de voorzijde van het apparaat. Wanneer u transparanten of etiketten gebruikt, moet u elk vel onmiddellijk wegpakken om vlekken of papierstoringen te voorkomen.
U kunt in stap 3 alleen Transparanten selecteren als u Letter, Legal of A4 hebt geselecteerd als papierformaat.
Staat het antwoord op uw vraag er niet bij, kijkt u dan eerst bij de andere vragen: