De modus Alleen fax wordt bij voorkeur gebruikt wanneer de FAX/MFC op een aparte faxlijn is aangesloten. In deze stand neemt de FAX/MFC alle gesprekken automatisch aan (met ontvangsttonen) alsof het een inkomend faxbericht is. Als u Alleen Fax selecteert, kunt u geen gewone gesprekken ontvangen op de telefoonlijn waarop de FAX/MFC is aangesloten. U kunt wel zelf bellen op die lijn.

De modus Handmatig houdt in dat inkomende oproepen niet automatisch door het Brother-apparaat worden aangenomen, tenzij de functie voor onderscheiden belsignalen wordt gebruikt of er een antwoordapparaat op het Brother-apparaat is aangesloten. Als u geen onderscheiden belsignalen of antwoordapparaat gebruikt in combinatie met het Brother-apparaat, moet u alle inkomende oproepen zelf aannemen en bepalen of het een gesprek of een fax is. Gesprekken worden op dezelfde manier beantwoord als een telefoon. Als u een faxtoon hoort wanneer u een oproep aanneemt door de hoorn op te pakken van het Brother-apparaat of van een extern toestel dat is aangesloten op de met EXT aangegeven aansluiting op de FAX/MFC, druk dan op Mono Start of Kleur Start. Als u een oproep op een tweede toestel aanneemt (aangesloten op een telefoonwandcontactdoos), voer dan de ontvangstcode *51 in om de fax te ontvangen.

U kunt ook de functie Fax Waarnemen inschakelen. Met deze functie ingeschakeld hoeft u zelf niet op Mono Start, Kleur Start of de faxontvangstcode (*51) te drukken wanneer u een faxoproep aanneemt. Wanneer u Aan selecteert, worden faxberichten automatisch ontvangen nadat u het externe toestel of een tweede toestel hebt aangenomen. Zodra het Brother-apparaat overneemt (u hoort een signaal), hangt u op. Als u aanneemt en het blijkt een persoon te zijn die zegt u een fax te willen sturen, dan drukt u op Mono Start of Kleur Start of voert u de ontvangstcode *51 in. Vervolgens moet de verzender op zijn of haar apparaat op Start drukken om de fax te verzenden. Als u de inkomende oproep niet zelf aanneemt, ontvangt u het faxbericht niet.

Als u op dezelfde lijn een antwoordapparaat gebruikt die is aangesloten op de EXT-aansluiting van het Brother-apparaat, dan neemt het antwoordapparaat elke oproep aan (tenzij u eerst aanneemt). Zodra het antwoordapparaat aanneemt, luistert het Brother-apparaat op de achtergrond naar faxtonen. Als die worden gedetecteerd, wordt de ontvangstmodus geactiveerd. Als geen faxtonen worden gedetecteerd, blijft het apparaat stil en kan de beller een boodschap inspreken op het antwoordapparaat. Deze instelling werkt alleen bij een extern toestel en antwoordapparaat. Voor de voicemail van uw telefoonbedrijf is dit niet geschikt.

Handmatig is ook noodzakelijk bij gebruik van onderscheiden belsignalen. Met onderscheiden belsignalen (Distinctive) kan iemand met één lijn zowel faxberichten als gewone gesprekken ontvangen op een en dezelfde lijn op twee verschillende telefoonnummers. Het ene nummer is het nummer van de faxlijn en het andere nummer is het nummer van de normale telefoonlijn. Elk nummer krijgt een eigen belsignaal, zodat het type inkomende oproep (gesprek of fax) kan worden bepaald aan het specifieke belsignaal. Dankzij deze functie weten u en uw faxapparaat wat voor oproep er op de lijn binnenkomt. Zo kunnen faxberichten automatisch door het Brother-apparaat worden aangenomen. Wanneer u de functie voor onderscheiden belsignalen programmeert, wordt de ontvangstmodus automatisch op Handmatig gezet.

De modus Fax/Telefoon is de beste keuze als u veel faxberichten en weinig telefoongesprekken ontvangt. In deze stand neemt de FAX/MFC inkomende faxberichten automatisch aan en drukt ze vervolgens af. Als u een telefoongesprek ontvangt, gaat elke telefoon op dezelfde lijn als de FAX/MFC een bepaald aantal keren over. Daarna gaat de FAX/MFC over met een dubbel belsignaal ten teken dat de inkomende oproep een telefoongesprek is.

De modus Ant:ber.centr. wordt gebruikt wanneer u ingesproken boodschappen wilt opnemen en faxberichten automatisch ontvangen. In deze ontvangstmodus neemt de FAX/MFC automatisch alle oproepen aan. Ingesproken boodschappen worden op de FAX/MFC opgeslagen en faxberichten worden afgedrukt.
Wanneer u Ant:ber.centr. gebruikt, moet u de volgende richtlijnen naleven:

1. De meldtekst van de berichtencentrale mag niet meer dan twintig seconden lang zijn.
   
   
2. Beëindig de meldtekst door de ontvangstcode voor de fax te geven voor mensen die handmatig een fax willen verzenden. Bijvoorbeeld: "Spreek uw boodschap in na de piep of druk op *51 gevolgd door Start als u een fax wilt verzenden."