HL-2460
 |
Veelgestelde vragen en probleemoplossing |
Hoe kan ik het IP-adres wijzigen?
Inleiding
Er zijn verschillende manieren om een IP-adres te geven aan uw Brother-printer:
-
Met het voorpaneel van de printer (indien van toepassing)
-
Met de software BRAdmin Professional
-
Met de opdracht ARP
-
Met automatische toewijzing van het IP-adres, zoals DHCP, BOOTP of RARP
Voorpaneel
-
Druk op de knop + totdat NETWERK op het display wordt weergegeven.
-
Druk op de knop Set om TCP/IP weer te geven. Op een printer met een display van twee regels wordt
NETWERK TCP/IP weergegeven. -
Druk op de knop Set.
-
TCP/IP ENABLE wordt weergegeven. Op printers met een tweeregelig display wordt TCP/IP en dan TCP/IP ENABLE weergegeven.
-
Druk op de knop +.
-
IP-ADRES wordt weergegeven. Op printers met een tweeregelig display wordt TCP/IP en dan IP-
ADRES weergegeven. -
Druk op de knop Set.
Het huidige IP-adres van de printer wordt weergegeven. De cursor knippert bij de eerste waarde.
Het standaard-IP-adres van een Brother-printer is 192.0.0.192. U wijzigt deze instelling door de waarde te verhogen of te verlagen met de knop + of -. Druk na het aanpassen van de waarde op de knop Set om de instelling te accepteren.
Wijzig het subnetmasker als volgt:
-
Druk op de knop + totdat NETWERK op het display wordt weergegeven.
-
Druk op de knop Set om TCP/IP weer te geven. Op een printer met een display van twee regels wordt
NETWERK TCP/IP weergegeven. -
Druk op de knop Set.
-
TCP/IP ENABLE wordt weergegeven. Op printers met een tweeregelig display wordt TCP/IP en dan TCP/IP ENABLE weergegeven.
-
Druk op de knop + totdat SUBNETMASKER = wordt weergegeven. Op printers met een tweeregelig display wordt TCP/IP en dan SUBNETMASKER weergegeven.
-
Druk op de knop Set.
Het huidige subnetadres van de printer wordt weergegeven. De cursor knippert bij de eerste waarde.
U wijzigt deze instelling door de waarde te verhogen of te verlagen met de knop + of -. Druk na het aanpassen van de waarde op de knop Set om de instelling te accepteren.
Druk na het instellen van het subnetmasker op de knop Go en zet de printer uit en weer aan.
BRAdmin Professional
Met BRAdmin Professional kan het IP-adres van een Brother-printer worden gewijzigd. Als er nog geen IP-adres is ingesteld, kan dat met deze software worden gedaan en als er al een IP-adres is ingesteld, kan dat hiermee worden gewijzigd.
Nog geen IP-adres ingesteld
Als de printer nog op de fabrieksinstellingen staat en u start BRAdmin Professional, dan wordt de printer weergegeven als een niet-geconfigureerd apparaat. Dit wil zeggen dat u het IP-adres moet instellen voordat u met het apparaat kunt communiceren.
Als de printer wordt weergegeven als niet-geconfigureerd apparaat, moet u erop dubbelklikken. Vervolgens kunt u een IP-adres, subnetmasker en gatewayadres invoeren. Klik op OK om de instellingen te accepteren. De printer is nu gereed om af te drukken.
Wel een IP-adres ingesteld, maar u wilt dit adres aanpassen
U kunt het IP-adres wijzigen door op de desbetreffende printer te dubbelklikken en het wachtwoord van de afdrukserver in te voeren (zie de handleiding van de afdrukserver voor meer informatie over wachtwoorden).
Selecteer het tabblad TCP/IP en voer het nieuwe IP-adres in.
Opdracht ARP
De opdracht ARP kan worden gebruikt voor de meeste systemen die TCP/IP gebruiken als protocol. Zo hebben Linux-systemen, Unix-systemen en Microsoft Windows-systemen die met TCP/IP werken diverse hulpprogramma's die met de opdracht ARP werken.
Voor het instellen van het IP-adres met de opdracht ARP klikt u hier.
Automatische toewijzing van het IP-adres met DHCP, BOOTP of RARP
Brother-afdrukservers zijn zo geconfigureerd dat ze bij het inschakelen automatisch op zoek gaan naar een IP-adres. Een Brother-printer die wordt ingeschakeld, vraagt een IP-adres aan bij elk automatisch systeem dat in het netwerk actief kan zijn. Als u een netwerk gebruikt waarin DHCP wordt gebruikt als protocol en de printer is in staat om te communiceren met de DHCP-server, dan zal die printer automatisch een IP-adres toegewezen krijgen. Verder hoeft u niets te configureren.
Als de printer is verbonden met een netwerk waarin BOOTP of RARP wordt gebruikt als protocol, dan krijgt de printer automatisch een IP-adres van een van die systemen, mits de BOOTP- en RARP-servers correct zijn geconfigureerd.
Als u handmatig een IP-adres toewijst met BRAdmin, het voorpaneel van de printer of de opdracht ARP, dan vraagt de printer niet langer zelf een IP-adres aan bij een DHCP-, BOOTP- of RARP-server.
