Volg onderstaande instructies als u problemen ondervindt bij het verzenden van faxen:

Opmerking: De precieze vensters kunnen verschillen afhankelijk van uw Brother-apparaat.
 

1. Controleer of het Brother-apparaat een kiestoon heeft,
    klik hier voor meer informatie over Brother-apparaten een kiestoon.

    

   1. Ga naar STAP 5 als de kiestoon duidelijk doorkomt.
   2. Als er geen kiestoon is, controleer of de telefoonkabel is aangesloten tussen de aansluiting (met het label LINE) op het Brother-apparaat en de Telefoonwandcontactdoos. Als er splitters zijn, schakelkastje, stekkerdozen. of overspanningsbeveiliging tussen de wandcontactdoos en het Brother-apparaat, verwijder deze. Het verwijderen van het apparaat dat is aangesloten tussen de wandcontactdoos en het Brother-apparaat helpt bij het bepalen of het probleem (geen kiestoon) te maken heeft met het apparaat of het Brother-apparaat.
      
      Als de lijnverbinding geen wijzigingen vereist, gaat u verder met STAP 2.
      
      Als de lijnverbinding een correctie vereiste, sluit u de telefoonkabel correct aan en controleer of er een kiestoon is. Ga naar STAP 5 als er een kiestoon is. Indien er nog geen kiestoon is ga dan naar STAP 2.

   Brother raadt u aan het apparaat aan te sluiten op een overspanningsbeveiliging. Zo beschermt u het tegen stroompieken en blikseminslag. Gebruik een overspanningsbeveiliging die geschikt is voor zowel elektriciteitsstekkers als telefoonstekkers. Een overspanningsbeveiliging waarop u ook de telefoonlijn kunt aansluiten, beschermt uw apparaat tegen stroompieken die via de telefoonlijn kunnen binnenkomen.

2. Controleer of de datum en tijd worden weergegeven op het display van het apparaat (hierna LCD genoemd).

    

   1. Ga verder naar STAP 3 als de datum en tijd op het display worden weergegeven.
   2. Als het LCD-scherm een foutmelding weergeeft, raadpleegt u de benodigde oplossing voor het bericht dat op het LCD-scherm verschijnt.
   3. Als het scherm leeg is:
      
      -i. Controleer of het netsnoer is aangesloten op het stopcontact. Als het netsnoer niet is aangesloten, sluit u het netsnoer rechtstreeks aan in een werkend wandcontactdoos.
      -ii. Als het netsnoer is aangesloten op een overspanningsbeveiliging of een schakelkastje, verwijdert u het snoer uit dat apparaat en sluit u het rechtstreeks aan in de wandcontactdoos.
      
      -iii. Als het display nog steeds leeg is, controleert u of het apparaat is ingeschakeld. Het apparaat heeft een aan / uit-toets op het bedieningspaneel.
3. (Voor sommige landen)
   Volg onderstaande instructies om de TOON / PULSE-instelling te wijzigen:

    

   1. Druk op (Instell.).
   2. Druk op Alle instell..
   3. Druk op de pijl omhoog of omlaag om Stand.instel. weer te geven.
   4. Druk op Stand.instel.
   5. Druk op de pijl omhoog of omlaag  om Toon /Pulse weer te geven.
   6. Druk op Toon/Puls.
   7. Druk op Puls (of Toon).
   8. Druk op (Beginscherm).
4. Als er geen kiestoon is, sluit dan een werkende telefoon en telefoonsnoer aan op de aansluiting. Pak de hoorn van een externe telefoon op en luister of u een kiestoon hoort.

    

   1. Als er nog steeds geen kiestoon is, vraag dan uw telefoonbedrijf om het snoer en/of de wandcontactdoos te controleren.
   2. Als de telefoon een kiestoon heeft, koppelt u de telefoonkabel los van de telefoon en sluit u het aan op de aansluiting in het Brother-apparaat (in sommige landen het label "LINE"). Controleer of het Brother-apparaat een kiestoon heeft.
   3. Als u geen kiestoon hoort, heeft uw apparaat mogelijk onderhoud nodig. Neem contact op met de Brother-klantenservice via Contact.
5. Als u problemen ondervindt bij het verzenden van een fax naar een bepaald nummer, controleer dan of het nummer een werkend faxnummer is.
    
6. Als u een DSL-lijn gebruikt, volgt u de onderstaande stappen. Als u geen DSL-lijn gebruikt, slaat u STAP 7 over.

    

   1. Schakel de DSL-modem uit of koppel de voeding los.
   2. Koppel de DSL-modem los van het telefoonlijnfilter.
   3. Verwijder het filter uit de wandcontactdoos.
   4. Sluit het faxapparaat aan op de wandcontactdoos.
   5. Test door een fax te verzenden. Als de fax succesvol is verzonden, moet u contact opnemen met uw DSL-provider voor hulp bij het oplossen van de interferentie van het DSL-systeem. Als het probleem zich blijft voordoen, gaat u verder naar STAP 7.

   Neem contact op met uw DSL-provider voor hulp als u de onderstaande stappen voor probleemoplossing niet kunt uitvoeren.

7. Als u Voice Over Internet Protocol (VoIP) gebruikt (een technologie waarmee u kunt telefoneren via een breedbandinternetverbinding in plaats van een gewone (of analoge) telefoonlijn, raadpleegt u de onderstaande informatie. Als u geen VoIP gebruikt ga dan door met STAP 8.
   
   VoIP is geen standaard functie op uw Brother-apparaat, maar er is een compatibiliteitsinstelling beschikbaar bij dit apparaat die kan helpen bij het verzenden en ontvangen van faxen bij gebruik van VoIP. Als u deze instelling aanpast, wordt de baudrate (modemsnelheid) verlaagd en wordt Foutcorrectiemodus (ECM) uitgeschakeld. Volg deze stappen om deze instelling aan te passen.

    

   1. Druk op  (Instell.).
   2. Druk op Alle instell..
   3. Druk op de pijl omhoog of omlaag om Stand.instel. weer te geven.
   4. Druk op Stand.instel.
   5. Druk op de pijl omhoog of omlaag om Compatibel weer te geven.
   6. Druk op Compatibel.
   7. Druk op Basic (voorVoIP).
   8. Druk op  (Beginscherm).
   • Basic (forVoIP) verlaagt de modemsnelheid tot 9600 bps.
   • Wanneer u de compabiliteit wijzigt naar Basic(voor VoIP), Error Correction Mode(ECM) is dit alleen beschikbaar voor verzenden van kleurfaxen.
8. Een fax verzenden via de glasplaat:

    

   1. De automatische documentinvoer (ADF) moet leeg zijn wanneer u een fax verzendt vanaf de glasplaat.
   2. Als u een fax wilt verzenden vanaf de glasplaat, tilt u de documentklep op en plaatst u het document vervolgens de richtlijnen aan de linkerkant met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Sluit de documentklep. Voer een van de volgende handelingen uit:

       

      • Wanneer (Fax) Voorbeeld op uit staat, druk op (Fax). Kies het faxnummer met behulp van de kiestoetsen en druk vervolgens op Fax Start
      • Wanneer (Fax) Voorbeeld op aan staat, druk op  (Fax) en faxen verzenden. Kies het faxnummer met behulp van de kiestoetsen en druk vervolgens op Fax Start.
      * Als u een enkele pagina verzendt en op Fax Start drukt, drukt u op Nee. Het Brother-apparaat begint te kiezen
      
      * Als u meerdere pagina's verzendt en u op Fax Start hebt gedrukt, drukt u op Ja en tilt u de documentklep op, verwijdert u het eerste document en plaatst u de tweede pagina op de glasplaat. Druk op OK. Het Brother-apparaat begint het tweede document te scannen. (Herhaal deze procedure voor elke extra pagina). Wanneer alle documenten zijn gescand, drukt u op Nee en de machine begint te kiezen.
9. Een fax verzenden met de ADF (automatische documentinvoer):

    

   1. Controleer voordat u uw document (en) in de automatische documentinvoer (ADF) plaatst of het LCD-scherm de datum en tijd weergeeft. Plaats een document in de automatische documentinvoer (ADF). Controleer of het LCD-scherm verandert in "ADF Gereed". Als het display verandert, drukt u op fax (Fax) (en druk op Faxen verzenden) en ga door naar STAP 10.
   2. Als het display de datum en tijd blijft weergeven, controleert u of het document voldoet aan de vereiste specificaties voor gebruik in de ADF.
      > Klik hier voor details van document(en) die voldoen aan de specificaties voor gebruik in de ADF.
      Als het document minder dan 105 mm (4,1 inch) breed is, "detecteren" de documentsensoren het document niet en verzendt het faxapparaat niet. Het document moet breed genoeg zijn om de sensoren te bereiken om het apparaat te informeren dat er een document is om te verzenden. U moet een breder vel papier gebruiken. Als het papier aan de specificaties voldoet en de LCD op datum en tijd blijft wanneer een document in de ADF wordt geplaatst, heeft uw apparaat mogelijk onderhoud nodig. Neem contact op met de Brother-klantenservice via Contact.
10. Als u toegangsnummers gebruikt voor telefoonkaarten, lange-afstandscodes, of op 0 drukt om toegang te krijgen tot de buitenlijn, enz. En er een pauze nodig is tussen het kiezen van die nummers en het faxnummer, drukt u indien nodig op Pauze. U kunt zo vaak als nodig op Pauze drukken om de pauze langer te maken.
     
11. Wanneer u handmatig een fax verzendt, moet u wachten tot u de faxtonen van de ontvangende fax hoort voordat u op Fax Start drukt.
    
    Als u problemen blijft ondervinden bij het verzenden van faxen nadat u de bovenstaande stappen hebt gevolgd, heeft uw apparaat mogelijk onderhoud nodig. Neem contact op met de Brother-klantenservice via Contact.