Als de ontvangen gegevens over twee pagina's worden verdeeld of als u een lege pagina extra krijgt, staan Papierformaat en/of de verkleining mogelijk niet goed ingesteld voor het papier dat u gebruikt.

Wijzig het papierformaat als volgt:

*Als het Brother-apparaat een aanraakscherm heeft, volg dan hieronder de stappen bij 'Voor modellen met een aanraakscherm'.

1. Druk op de knop Menu/Instellen of Menu.
2. Druk op de pijl omhoog of omlaag of de cijfertoetsen om Standaardinst. te selecteren en druk op Menu/Instellen of OK.
3. Druk op de pijl omhoog of omlaag of de cijfertoetsen om Papierformaat te selecteren en druk op Menu/Instellen of OK.
4. Druk op de pijl omhoog of omlaag tot het gebruikte papierformaat wordt weergegeven en druk op Menu/Instellen of OK.
5. Druk op Stop/Eindigen.

<Voor modellen met een aanraakscherm>

1. Druk op Menu.
2. Druk op de pijl omhoog of omlaag om Standaardinst. weer te geven.
3. Druk op Standaardinst..
4. Druk op de pijl omhoog of omlaag om Papierformaat weer te geven.
5. Druk op Papierformaat.
6. Druk op de pijl omhoog of omlaag tot het gebruikte papierformaat wordt weergegeven en druk vervolgens op de gewenste optie.
7. Druk op Stop/Eindigen.

Als u de functie voor een vaste verkleining gebruikt, kijk dan of de verkleiningsverhouding op Aan staat. (Wij raden u aan om 'Auto reductie' op Aan te zetten.)

Verkleining controleren:

*Als het Brother-apparaat een aanraakscherm heeft, volg dan hieronder de stappen bij 'Voor modellen met een aanraakscherm'.

1. Druk op de knop voor de faxmodus, als deze knop niet brandt.
2. Druk op de knop Menu/Instellen of Menu.
3. Druk op de pijl omhoog of omlaag of de cijfertoetsen om Fax te selecteren en druk op Menu/Instellen of OK.
4. Druk op de pijl omhoog of omlaag of de cijfertoetsen om Ontvangstmenu te selecteren en druk op Menu/Instellen of OK.
5. Druk op de pijl omhoog of omlaag of de cijfertoetsen om Auto reductie te selecteren en druk op Menu/Instellen of OK.
6. Druk op de pijl omhoog of omlaag totdat Aan (of Uit) wordt weergegeven en druk op Menu/Instellen of OK.
7. Druk op Stop/Eindigen.

<Voor modellen met een aanraakscherm>

1. Druk op Menu.
2. Druk op de pijl omhoog of omlaag om Fax weer te geven.
3. Druk op Fax.
4. Druk op de pijl omhoog of omlaag om Ontvangstmenu weer te geven.
5. Druk op Ontvangstmenu.
6. Druk op de pijl omhoog of omlaag om Auto reductie weer te geven.
7. Druk op Auto reductie.
8. Druk op Aan (of Uit).
9. Druk op Stop/Eindigen.