MFC-9840CDW
Veelgestelde vragen en probleemoplossing |
Bevestig dat de fax goed is ontvangen.
Aan de hand van het verzendrapport en faxjournaal kunt u nagaan of een fax is verzonden.
Verzendrapport:
Als de verzending lukt, wordt OK weergegeven in het verzendrapport. Als de verzending niet lukt, wordt NG of ERROR weergegeven.
Er zijn diverse instellingen mogelijk voor het verzendrapport. Ga als volgt te werk om de verschillende opties voor het verzendrapport in te stellen:
- Druk op de knop Menu.
- Druk op de pijl omhoog of omlaag om Fax te selecteren en druk op OK.
- Druk op de pijl omhoog of omlaag om Kies rapport te selecteren en druk op OK.
- Druk op de pijl omhoog of omlaag om Verzendrapp. te selecteren en druk op OK.
-
Druk op de pijl omhoog of omlaag om de gewenste optie te selecteren.
-
Uit
Er wordt alleen een verzendrapport afgedrukt als de verzending is mislukt.
-
Uit+Beeld
Er wordt alleen een verzendrapport afgedrukt als de verzending is mislukt. Het rapport bevat een deel van de eerste pagina van de fax.
-
Aan
Na elke verzonden fax wordt een verzendrapport afgedrukt.
-
Aan+Beeld
Na elke verzonden fax wordt een verzendrapport afgedrukt. Het rapport bevat een deel van de eerste pagina van de fax.
-
Uit
- Druk op OK.
- Druk op Stop/Eindigen.
U kunt ook een verzendrapport opvragen voor de laatste 200 uitgaande faxen op het display. Volg de onderstaande stappen.
- Als uw Brother-apparaat een knop Reports op het bedieningspaneel heeft:
- Druk op de knop Reports.
- Druk op de pijl omhoog of omlaag om Verzendrapp. te selecteren en druk op OK.
- Druk op de pijl omhoog of omlaag om de optie voor weergave op het display te selecteren en druk op OK.
- Zo niet:
- Druk op de knop Menu.
- Druk op de pijl omhoog of omlaag of de cijfertoetsen om Print lijsten te selecteren en druk op OK.
- Druk op de pijl omhoog of omlaag om Verzendrapp. te selecteren en druk op OK.
- Druk op de pijl omhoog of omlaag om de optie voor weergave op het display te selecteren en druk op OK.
Faxjournaal:
Het faxjournaal (activiteitenrapport) bevat de laatste 200 inkomende en uitgaande faxberichten.
U kunt het apparaat zo instellen dat het faxjournaal met een bepaalde regelmaat wordt afgedrukt. U stelt het rapportinterval als volgt in:
-
Druk op de knop Menu.
-
Druk op de pijl omhoog of omlaag om Fax te selecteren en druk op OK.
-
Druk op de pijl omhoog of omlaag om Kies rapport te selecteren en druk op OK.
- Druk op de pijl omhoog of omlaag om Journaal tijd te selecteren en druk op OK.
-
Druk op de pijl omhoog of omlaag om het gewenste interval * te selecteren en druk op OK.
* U kunt kiezen uit Na 50 faxen, 6, 12 of 24 uur, 2 of 7 dagen en Uit.
- Als u 7 dagen kiest, wordt u op het display gevraagd om aan te geven op welke dag het aftellen moet beginnen.
- Als u Na 50 faxen kiest, wordt Geaccepteerd getoond op het display. Ga vervolgens naar stap 7.
-
Voer het tijdstip in waarop het afdrukken moet beginnen (in 24-uursnotatie) en druk op OK. Bijvoorbeeld voer 19:45 in plaats van 7:45 in PM. (Wanneer u 12h klok instelt in de de instelling Datum & Tijd, voert u de tijd in 12 uurs formaat in).
-
Druk op Stop/Eindigen.
Als u 6, 12, 24 uur of 2 of 7 dagen selecteert, wordt het rapport op het gekozen tijdstip afgedrukt, waarna alle taken uit het geheugen worden gewist. Als het geheugen van het apparaat vol zit met 200 taken voordat het door u gekozen tijdstip is aangebroken, wordt het journaal al eerder afgedrukt. Vervolgens worden alle taken uit het geheugen gewist.
Als u een extra rapport wilt afdrukken voordat het normale moment is aangebroken, kunt u dit handmatig doen zonder de taken uit het geheugen te wissen.