Probeer dit als volgt op te lossen:

• Verwijder op uw systeem de printerdriverpakketten die u niet gebruikt. Mac OS X wordt standaard geïnstalleerd met andere pakketten. Meestal zijn deze drivers niet nodig en soms veroorzaken ze conflicten. Als u de pakketten wilt verwijderen, moet u eerst de harde schijf openen waarop de systeemsoftware van Mac OS X staat of de hoofdmap. Normaal gesproken wordt de hoofdmap automatisch geopend wanneer u op het pictogram Macintosh HD dubbelklikt.

1. Dubbelklik op de map Bibliotheek.
2. Dubbelklik op de map Printers.
3. Selecteer en verwijder de mappen van de fabrikanten die u niet gebruikt.
   (Dit zijn bijvoorbeeld Epson, Canon, Lexmark en HP).

4. Maak de prullenmand leeg.
   
   De andere software wordt van het systeem verwijderd. U moet de computer nu opnieuw selecteren en vervolgens het Brother-apparaat opnieuw selecteren in Afdrukbeheer of Printerconfiguratie, waarna u opnieuw kunt afdrukken.

• Controleer de USB-verbinding.

1. Trek de kabel uit de computer en het Brother-apparaat.
   Steek het ene uiteinde van de USB-kabel rechtstreeks in de Mac. Steek het andere uiteinde van de USB-kabel rechtstreeks in het Brother-apparaat.

2. Start de computer opnieuw.
   (Klik op het Apple-menu en kies Herstart.)

3. Open Afdrukbeheer of Printerconfiguratie.
   U vindt Afdrukbeheer of Printerconfiguratie in de map Hulpprogramma's in de map Programma's.
   (Programma's -> Hulpprogramma's-> Afdrukbeheer of Printerconfiguratie)

4. Kies het type USB-aansluiting in de keuzelijst.

5. Selecteer uw model printer in de lijst.

6. Klik op Voeg toe.
   Nu moet uw model worden weergegeven in het belangrijkste onderdeel van Afdrukbeheer of Printerconfiguratie. De driver is nu geselecteerd en actief in het systeem. U kunt Afdrukbeheer of Printerconfiguratie afsluiten.