Uw Brother apparaat gebruikt gescheiden verbruiksartikelen, de tonercartridge en de drumeenheid. Controleer of u de tonercartridge vervangt en niet de drumeenheid. Raadpleeg "Wat is het verschil tussen de tonercartridge en de drumeenheid?" als u het verschil wilt weten.

1. Open de klep aan de voorzijde. Zorg ervoor dat de klep aan de voorzijde helemaal open is en trek de drum voorzichtig naar u toe.
   Leg de drumeenheid op een stuk papier of een doek voor het geval u wat toner morst.
   
   

   
2. Draai de hendel op de tonercartridge voorzichtig naar voren (zo ver mogelijk). De tonercartridge kan pas worden verwijderd wanneer de hendel helemaal naar voren is bewogen.
3. Trek de oude tonercartridge voorzichtig uit de drum.
   
   
   

   Ga voorzichtig om met de tonercartridge. Als u toner op uw handen of kleding krijgt, moet u de getroffen plek onmiddellijk afvegen of afwassen met koud water.
4. Haal de nieuwe tonercartridge uit de verpakking. Doe de oude tonercartridge in de aluminium zak en gooi die weg in overeenstemming met de lokale voorschriften.

   Haal de tonercartridge pas uit de verpakking op het moment dat u de cartridge in het apparaat wilt plaatsen. Een tonercartridge die u lang uit de verpakking laat, gaat minder lang mee.
   Om problemen te voorkomen en uw Brother-apparaat optimaal te laten werken, raden wij u het gebruik van originele Brother-artikelen aan.
5. Schud de tonercartridge vijf- of zesmaal heen en weer en verwijder de bescherming.
   
   
   
6. Plaats de nieuwe tonercartridge in de drumeenheid. U moet de cartridge horen vastklikken.
   
   
   
7. Maak de primaire corona in de drumeenheid schoon door de blauwe tab enkele keren voorzichtig heen en weer te schuiven. Breng de blauwe tab terug naar de uitgangspositie voordat u de drumeenheid terugplaatst.
   
   
   
8. Installeer de drumeenheid en sluit de klep aan de bovenzijde.