DCP-7055
Veelgestelde vragen en probleemoplossing |
Gebruik de sleuf voor handmatige invoer wanneer u wilt afdrukken op enveloppen, etiketten of dik papier.
Het apparaat heeft een aparte sleuf waarin u enveloppen, vellen met etiketten en vellen dik papier een voor een kunt invoeren. De papierlade is alleen voor normaal papier, kringlooppapier en dun papier. Wanneer u afdrukt met de klep aan de achterzijde open, loopt het papier recht door de printer heen, van de sleuf voor handmatige invoer naar de achterkant van de printer.
Enveloppen, etiketten of dik papier kunnen alleen via de handmatige invoer afgedrukt worden. Gebruik hiervoor NIET de papierlade.
Klik hier voor meer informatie over de aanbevolen soorten papier, enveloppen en etiketten.
Papiergewicht
- Normaal papier: 75 - 105 g/㎡ (20 - 28 lb)
- Dun papier: 60 - 75 g/㎡ (16 - 20 lb)
- Dik papier: 105 - 163 g/㎡ (28 - 43 lb)
Voer de volgende stappen uit als u wilt afdrukken op enveloppen, etiketten of dik papier.
Opmerking: De onderstaande figuren zijn een voorbeeld en kunnen afwijken van uw Brother-apparaat.
-
Open de klep aan de achterzijde (uitvoerlade achterzijde).
-
Ga op een van de volgende manieren te werk.
- Ga naar stap 4 als u wilt afdrukken op etiketten of dik papier.
-
Ga naar stap 3 als u wilt afdrukken op enveloppen.
-
Alleen voor het afdrukken op enveloppen:
Trek de twee groene hendels (één links en één rechts) naar beneden.
-
Open de klep van de sleuf voor handmatige invoer voor op het apparaat.
-
Verschuif met beide handen de papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer, zodat het papier, de envelop of het vel met etiketten ertussen passen.
-
Plaats met beide handen één vol papier, één envelop of één vol vel etiketten in de sleuf voor handmatige invoer. Het papier moet tegen de papierinvoerrol komen.
Plaats GEEN etiketvellen die al gebruikt zijn of etiketvellen die incompleet zijn. Dit zou papierstoringen kunnen veroorzaken of schade aan uw Brother machine.
- De te bedrukken zijde moet omhoog wijzen.
- Het papier, de envelop of het vel met etiketten moet recht en in de juiste positie in de sleuf zitten. Als dit niet het geval is, wordt het materiaal misschien niet goed ingevoerd, met mogelijk een scheve afdruk of een papierstoring tot gevolg.
- Plaats niet meer dan één vel papier, één envelop of één vel etiketten tegelijk in de sleuf voor handmatige invoer om vastlopen te voorkomen.
- Als u een vel papier, een envelop of een vel met etiketten in de sleuf voor handmatige invoer plaatst voordat het apparaat gereed is, kan het materiaal onbedrukt worden uitgeworpen
-
Kies in de printerdriver de juiste instellingen bij Papierformaat en Soort papier of Mediatype voor het papier, de envelop of de etiketten.
- Verwijder elk bedrukt vel papier, elke bedrukte envelop en elk bedrukt vel etiketten meteen uit de printer. Wanneer de afdrukken op elkaar komen te liggen, kan het papier vastlopen of omkrullen.
- Als er tijdens het afdrukken vlekken op de enveloppen komen, moet u Mediatype op Dik papier of Dikker papier zetten. Hierdoor wordt de fixeertemperatuur verhoogd.
-
Stuur de afdrukgegevens naar het apparaat.
-
Nadat het papier, de envelop of het vel etiketten uit het apparaat is gekomen, plaatst u het volgende vel papier, het volgende volle vel etiketten of de volgende envelop.
-
Wanneer u klaar bent met afdrukken, gaat u op een van de volgende manieren te werk.
- Ga naar stap 12 als u hebt afgedrukt op etiketten of dik papier.
-
Ga naar stap 11 als u hebt afgedrukt op enveloppen.
-
Alleen voor het afdrukken op enveloppen:
Zet de twee groene hendels (die u in stap 2 naar beneden hebt gezet) terug in de oorspronkelijke stand.
-
Sluit de klep aan de achterzijde (uitvoerlade achterzijde).