MFC-210C
Veelgestelde vragen en probleemoplossing |
Hoe druk ik een envelop af?
Gebruik enveloppen met een papiergewicht van 75 - 95 g/m2 (20 – 25 lb). Voor sommige enveloppen moet u marges instellen in een toepassing. Maak daarom eerst een proefafdruk om te kijken of de afdruk goed op de envelop komt.
Gebruik de volgende soorten enveloppen liever niet. Zo voorkomt u mogelijke schade aan het invoermechanisme:
- in reliëf (opdruk die duidelijk op de envelop ligt)
- met klemmen
- met scherpe vouwen
- met een voorbedrukte binnenkant
- de hieronder getoonde enveloppen
- Maak enveloppen altijd zo plat mogelijk voordat u ze in het apparaat plaatst. U doet dit door de hoeken en zijkanten goed aan te drukken.
- De voorkant van de papierlade is licht gebogen. Wanneer u de enveloppen plat drukt, mag alleen het midden van de lade contact maken.
- Als er twee enveloppen tegelijk in het apparaat gaan, leg er dan maar één tegelijk in de papierlade.
-
Leg de enveloppen met de adreszijde naar beneden en de bovenkant van de enveloppen eerst in de papierlade. Schuif de papiergeleiders tegen de enveloppen.
Probeer het volgende als u moeite hebt met het bedrukken van enveloppen:
-
Open de klep van de envelop.
-
Zorg er (afhankelijk van het soort envelop en de locatie van de klep) voor dat de open klep aan de zijkant of tegen de achterkant van de envelop zit tijdens het afdrukken. (Zie onderstaande figuur.)
-
Pas het formaat en de marges aan in de toepassing die u gebruikt.
Papierstoringen, het helemaal niet invoeren van de envelop en een slechte afdrukkwaliteit kunnen zich voordoen als de enveloppen in het kanaal in het midden van de papierlade vallen. Leg een gevouwen blad papier tussen de papierlade en de stapel enveloppen. Dit verbetert de uitlijning, invoer en afdrukkwaliteit.