Bij het dubbelzijdig afdrukken is de afdrukkwaliteit niet goed.
Als u de volgende problemen met de afdrukkwaliteit hebt, moet u de instellingen aanpassen aan het papiertype dat u gebruikt: er zijn witte puntjes zichtbaar, er zit overal toner, de afdruk is onscherp of de afdruk ziet er blauw uit.
Als er witte puntjes zichtbaar zijn of als de afdruk onscherp is, zet u Huidige inst.BTR in de richting van -20.
Als de afdruk er blauw uitziet of onder de toner zit, zet u Huidige inst.BTR in de richting van +30.
Volg de onderstaande aanwijzingen om de instellingen te wijzigen.
Druk op de knop Menu. Het menu wordt weergegeven.
"Menu 1:Systeem"
Druk eenmaal op de pijl omlaag.
"Menu 2:Onderhoud"
Druk eenmaal op Form Feed/Set of de pijl naar rechts.
"2:Onderhoud Init NVM"
Druk driemaal op de pijl omlaag.
"2:Onderhoud Huidige inst.BTR"
Druk eenmaal op Form Feed/Set of de pijl naar rechts.
Selecteer het papiertype met de pijl omlaag.
Druk eenmaal op Form Feed/Set of de pijl naar rechts.
Voer de waarde in met de pijl omhoog of omlaag en druk op Form Feed/Set om de waarde op te slaan.
Bijvoorbeeld "Normaal papier 2 *"
Druk ter afsluiting op de knop Menu.
Staat het antwoord op uw vraag er niet bij, kijkt u dan eerst bij de andere vragen: