Software en Netwerk gebruikershandleiding
DCP‑J132W / DCP‑J152W / DCP‑J172W / DCP‑J552DW / DCP‑J752DW / MFC‑J245 / MFC‑J470DW / MFC‑J475DW / MFC‑J650DW / MFC‑J870DW
- Scannen
- Alvorens te scannen
- Configureer netwerkscannen voor Windows®
- Configureer netwerkscannen voor Macintosh
- Scan met de scanknop op uw machine
- Foto's en grafische afbeeldingen scannen
- Gescande gegevens als PDF-bestand naar een map opslaan
- Gescande gegevens naar een geheugenkaart of USB-flashstation opslaan
- Een geheugenkaart of USB-flashstation gebruiken
- Instellingen voor Scannen naar media
- De standaardinstellingen voor Scannen naar media wijzigen
- Instellingen terugzetten naar de fabriekswaarden
- Meerdere visitekaartjes en foto's scannen (Automatisch bijsnijden)
- Scannen naar een bewerkbare tekst met OCR (Optical Character Recognition)
- Scannen naar e-mailbijlage
- Web Services voor scannen op uw netwerk (Windows Vista® SP2 of recenter, Windows® 7 en Windows® 8)
- Scannen met Web Services vanaf de Brother-machine (Windows Vista® SP2 of recenter, Windows® 7 en Windows® 8)
- Scaninstellingen voor Web Services configureren
- De Instellingen van de Scan-knop via ControlCenter4 (Windows®) wijzigen
- De Instellingen van de Scan-knop met ControlCenter2 (Macintosh) wijzingen
- Scan vanaf uw computer (Windows®)
- Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan foto's en grafische afbeeldingen met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Selecteer het documenttype met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Aangepaste scaninstellingen (Windows®)
- Wijzig het scanformaat via ControlCenter4 Startmodus (Windows®)
- Snijd een gescand beeld bij met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Druk gescande gegevens af met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Open met een toepassing met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Selecteer het documenttype met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Meerdere visitekaartjes en foto's tegelijk scannen (Automatisch bijsnijden) met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scannen naar een toepassing met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan naar een e-mailbijlage met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scannen naar een Office-bestand met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan foto's en grafische afbeeldingen met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan foto's en grafische afbeeldingen met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Meerdere visitekaartjes en foto's tegelijk scannen (Automatisch bijsnijden) met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan naar een e-mailbijlage met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scannen naar een Office-bestand met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan met Nuance™ PaperPort™ 12SE of andere Windows®-toepassingen
- TWAIN-driver instellen (Windows®)
- Scan met Windows® Photo Gallery of Windows® Faxen en scannen
- WIA-driver instellen (Windows®)
- Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan vanaf uw computer (Macintosh)
- Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
- Scan documenten en foto's met Using ControlCenter2 (Macintosh)
- Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met ControlCenter2 (Macintosh)
- Scan naar een e-mailbijlage met ControlCenter2 (Macintosh)
- Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met ControlCenter2 (Macintosh)
- Scannen naar een Office-bestand met ControlCenter2 (Macintosh)
- Scannen met Presto! PageManager of met TWAIN compatibele toepassingen (Macintosh)
- TWAIN-driverinstellingen (Macintosh)
- NewSoft Technische ondersteuning
- Scan met Apple Image Capture (ICA-driver)
- ICA-driverinstellingen
- Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
- Afdrukken
- Alvorens af te drukken
- Afdrukken vanaf uw computer (Windows®)
- Standaard afdrukmethoden (Windows®)
- Foto's afdrukken (Windows®)
- Documenten afdrukken (Windows®)
- Afdrukvoorbeeld (Windows®)
- Het papierformaat wijzigen (Windows®)
- Maak een aangepast papierformaat aan (Windows®)
- Afdrukken zonder rand (Windows®)
- Wijzig de afdrukrichting (Staand of Liggend) (Windows®)
- Meerdere exemplaren van hetzelfde document afdrukken (Windows®)
- Het mediatype wijzigen (Windows®)
- Afdrukken op langzaam drogend papier (Windows®)
- De afdrukkwaliteit wijzigen (Windows®)
- De kleurmodus wijzigen (Windows®)
- Meer dan één pagina op één vel papier (N-in-1) afdrukken (Windows®)
- Afdrukken als poster (Windows®)
- Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch tweezijdig afdrukken) (Windows®)
- Handmatig op beide zijden van het papier afdrukken (Handmatig tweezijdig afdrukken) (Windows®)
- Druk automatisch af als folder (Windows®)
- Druk handmatig af als folder (Windows®)
- Geavanceerde afdrukmethoden (Windows®)
- Een document in kleur in grijstinten afdrukken (Windows®)
- De kleurinstellingen van uw afdruk wijzigen (Windows®)
- De prioriteit voor de afdrukkwaliteit en afdruksnelheid wijzigen (Windows®)
- Het afdrukken van patronen wijzigen (Windows®)
- In de Inktbespaarstand afdrukken (Windows®)
- Geschaald afdrukken (Windows®)
- In spiegelbeeld afdrukken (Windows®)
- Ondersteboven afdrukken (Windows®)
- Een watermerk op een document afdrukken (Windows®)
- De datum, tijd en login gebruikersnaam voor uw pc op het document afdrukken (Kopregel/Voetregel printen) (Windows®)
- De afdrukkwaliteit en -snelheid aanpassen door de overdrachtsmodus voor afdrukgegevens te wijzigen (Windows®)
- De methode voor de weergave van halftonen selecteren (Windows®)
- De kleur van afdrukken aanpassen aan de kleuren op het scherm (Windows®)
- Vlekken op afdrukken en papierstoringen voorkomen bij het afdrukken op beide zijden van het papier (Windows®)
- De kleurgegevens van de printer ophalen (Windows®)
- Selecteer een afdrukprofiel (Windows®)
- Voeg een afdrukprofiel toe
- Wis een afdrukprofiel
- Wijzig de standaard printerinstellingen (Windows®)
- Beheer de machine vanaf uw computer (Windows®)
- De printkop reinigen (Windows®)
- Het inktniveau en de status van de machine controleren vanaf uw computer (Windows®)
- Annuleer een afdruktaak (Windows®)
- De Status Monitor uitschakelen (Windows®)
- Wat zijn de indicatoren van de Status Monitor (Windows®)
- De functie Pop up voor fout uitschakelen (Windows®)
- Standaard afdrukmethoden (Windows®)
- Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh)
- Foto's afdrukken (Macintosh)
- Druk een document af (Macintosh)
- Stel afdrukopties in (Macintosh)
- Druk meerdere kopieën van hetzelfde document af (Macintosh)
- Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch tweezijdig afdrukken) (Macintosh)
- Handmatig op beide zijden van het papier afdrukken (Handmatig tweezijdig afdrukken) (Macintosh)
- Het papierformaat wijzigen (Macintosh)
- Maak een aangepast formaat aan (Macintosh)
- Afdrukken zonder rand (Macintosh)
- Wijzig de afdrukrichting (Staand of Liggend) (Macintosh)
- Druk meer dan één pagina af op één vel papier (N-in-1) (Macintosh)
- Ondersteboven afdrukken (Macintosh)
- Horizontaal omkeren (Macintosh)
- Geschaald afdrukken (Macintosh)
- Het mediatype wijzigen (Macintosh)
- De afdrukkwaliteit wijzigen (Macintosh)
- Druk een document in kleur af in grijstinten (Macintosh)
- Verklein of vergroot de documentlay-out (Macintosh)
- De afdrukkwaliteit en -snelheid aanpassen door de overdrachtsmodus voor afdrukgegevens te wijzigen (Macintosh)
- Vlekken op afdrukken en papierstoringen voorkomen bij het afdrukken op beide zijden van het papier (Macintosh)
- De papierdikte wijzigen (Macintosh)
- De prioriteit voor de afdrukkwaliteit en afdruksnelheid wijzigen (Macintosh)
- De kleurmodus wijzigen (Macintosh)
- De kleurinstellingen van uw afdruk wijzigen (Macintosh)
- De methode voor de weergave van halftonen selecteren (Macintosh)
- Beheer de machine vanaf uw computer (Macintosh)
- De kleurgegevens van de printer ophalen (Macintosh)
- De printkop reinigen (Macintosh)
- De status van de machine vanaf uw computer controleren (Macintosh)
- Afdrukken op een schijf
- Een bedrukbare schijf laden
- Een schijflabel afdrukken vanaf een computer (Windows®)
- Een schijflabel afdrukken vanaf een computer (Macintosh)
- Een schijflabel afdrukken via de kopieerfunctie van de machine
- Een schijflabel vanaf andere media afdrukken
- De afdrukpositie wijzigen
- Foto's
- Alvorens foto's te kopiëren
- Compatibele geheugenkaarten en USB-flashstations
- Foto's van andere media naar een computer kopiëren
- Foto's kopiëren van media bij een lokale verbinding (Windows®)
- Foto's kopiëren van media bij een netwerkverbinding (Windows®)
- Foto's kopiëren van media bij een lokale verbinding (Macintosh)
- Foto's kopiëren van media bij een netwerkverbinding (Macintosh)
- Foto's kopiëren vanaf media met ControlCenter4 (Windows®)
- Foto's vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation naar uw computer kopiëren in de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Foto's vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation naar uw computer kopiëren in de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Foto's vanaf een geheugenkaart of een USB-flashstation naar uw computer kopiëren en een toepassing starten in de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Foto's afdrukken vanuit ControlCenter4 (Windows®)
- Foto's bijsnijden vanuit ControlCenter4 (Windows®)
- Foto's automatisch corrigeren met ControlCenter4 (Windows®)
- Rode ogen verwijderen met ControlCenter4 (Windows®)
- Een kleurenfoto in zwart-wit of sepiatinten afdrukken met ControlCenter4 (Windows®)
- Foto's verbeteren met ControlCenter4 (Windows®)
- Knopfuncties bewerken in ControlCenter4 (Windows®)
- PC-FAX
- PC-FAX voor Windows®
- Zend faxen vanaf uw computer (Windows®)
- Voordat u PC-FAX (Windows®) gebruikt
- Configureer de gebruikersinformatie (Windows®)
- Configureer het tabblad Verzenden (Windows®)
- Selecteer het adresboek (Windows®)
- Gebruik het adresboek van Brother (Windows®)
- Een naam aan het adresboek toevoegen (Windows®)
- Maak een groep voor groepsverzending aan (Windows®)
- Bewerk een naam of groep (Windows®)
- Exporteer het adresboek (Windows®)
- Verwijder een naam of groep (Windows®)
- Importeer informatie naar het adresboek (Windows®)
- Gebruik het adresboek van Brother (Windows®)
- Fax een bestand met PC-FAX (Windows®)
- Instellingen van het voorblad (Windows®)
- Verzend faxen met ControlCenter4 (Windows®)
- Zend een gescande afbeelding als fax met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Zend een gescande afbeelding als fax met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Voordat u PC-FAX (Windows®) gebruikt
- Ontvang faxen op uw computer (Windows®)
- Ontvang faxen met de software PC-FAX Ontvangen van Brother (Windows®)
- Voer de software PC-FAX Ontvangen van Brother uit op uw computer (Windows®)
- Stel uw computer in voor PC-FAX Ontvangen (Windows®)
- Configureer de instellingen voor PC-FAX Ontvangen via het netwerk (Windows®)
- Bekijk ontvangen berichten (Windows®)
- Voer de software PC-FAX Ontvangen van Brother uit op uw computer (Windows®)
- Faxen bekijken en afdrukken met behulp van ControlCenter4 (Windows®)
- Ontvang faxen met de software PC-FAX Ontvangen van Brother (Windows®)
- Zend faxen vanaf uw computer (Windows®)
- PC-FAX voor Macintosh
- Zend faxen vanaf uw computer (Macintosh)
- Zend faxen vanuit uw toepassing (Macintosh)
- Faxen verzenden met ControlCenter2 (Mac OS X v10.6.8)
- Zend faxen vanaf uw computer (Macintosh)
- Remote Setup
- Remote Setup (Windows®)
- Stel de Brother-machine in vanaf uw computer (Windows®)
- Stel de Brother-machine in met ControlCenter4 (Windows®)
- Stel het adresboek in met ControlCenter4 (Windows®)
- Remote Setup (Macintosh)
- Stel de Brother-machine in vanaf uw computer (Macintosh)
- Stel de Brother-machine in met ControlCenter2 (Macintosh)
- Stel het adresboek in met ControlCenter2 (Macintosh)
- ControlCenter
- ControlCenter4 (Windows®)
- Wijzig de bedieningsmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scaninstellingen voor de Startmodus van ControlCenter4 (Windows®)
- Scaninstellingen voor de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Stel de Brother-machine in met ControlCenter4 (Windows®)
- Verzend faxen met ControlCenter4 (Windows®)
- Faxen bekijken en afdrukken met behulp van ControlCenter4 (Windows®)
- Kopieer documenten met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- Het hulpprogramma BRAdmin openen vanuit ControlCenter4 (Windows®)
- Maak een aangepast tabblad aan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows®)
- ControlCenter2 (Macintosh)
- Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
- Scaninstellingen voor ControlCenter2 (Macintosh)
- Stel de Brother-machine in met ControlCenter2 (Macintosh)
- Faxen verzenden met ControlCenter2 (Mac OS X v10.6.8)
- Schakel de functie Automatisch laden uit (Macintosh)
- Kopieerknoppen configureren met ControlCenter2 (Mac OS X v10.6.8)
- Netwerk
- Aan de slag
- Ondersteunde basisnetwerkfuncties
- Uw netwerkverbindingstype selecteren
- Voorbeelden van bedrade netwerkverbindingen
- Peer‑to‑peer afdrukken via TCP/IP
- Op een netwerk gedeelde printer
- Voorbeelden van draadloze netwerkverbindingen
- Aangesloten op een computer met een draadloze LAN-toegangspoort/router in het netwerk (Infrastructuurmodus)
- Aangesloten op een draadloze computer zonder een draadloze LAN-toegangspoort/router in het netwerk (Ad-hocmodus)
- Voorbeelden van bedrade netwerkverbindingen
- Werken met netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
- Meer informatie over netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
- Wat is BRAdmin Light? (Windows® en Macintosh)
- Wat is BRAdmin Professional 3? (Windows®)
- Wat is Remote Setup? (Windows® en Macintosh)
- Netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's installeren en starten
- BRAdmin Light (Windows® en Macintosh) installeren
- BRAdmin Light voor Windows® installeren
- BRAdmin Light voor Macintosh installeren
- BRAdmin Professional 3 (Windows®) installeren
- Remote Setup (Windows® en Macintosh) starten
- Remote Setup voor Windows® starten
- Remote Setup voor Macintosh starten
- BRAdmin Light (Windows® en Macintosh) installeren
- Meer informatie over netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
- De netwerkinstellingen van de machine wijzigen
- De netwerkinstellingen wijzigen via het Brother-bedieningspaneel
- De netwerkinstellingen wijzigen via BRAdmin Light (Windows® en Macintosh)
- De netwerkinstellingen wijzigen via BRAdmin Professional 3 (Windows®)
- De netwerkinstellingen wijzigen via Remote Setup (Windows® en Macintosh)
- Andere methoden om uw machine voor een draadloos netwerk te configureren
- Uw draadloze netwerk configureren met de pinmethode van Wi-Fi Protected Setup™ (WPS)
- Twee typen draadloze netwerkverbinding met de pinmethode van Wi-Fi Protected Setup (WPS)
- Uw draadloze netwerk configureren met de pinmethode van Wi-Fi Protected Setup (WPS)
- Uw draadloze netwerk configureren in de Ad-hocmodus (voor IEEE 802.11b/g/n)
- Uw draadloze netwerk configureren in de Ad-hocmodus met een nieuwe SSID
- Uw draadloze netwerk configureren wanneer de SSID niet wordt doorgegeven
- Uw draadloze netwerk configureren met de pinmethode van Wi-Fi Protected Setup™ (WPS)
- Geavanceerde netwerkfuncties
- Druk het netwerkconfiguratierapport af
- Technische informatie voor gevorderde gebruikers
- Ondersteunde protocollen
- Bijkomende netwerkinstellingen voor Windows®
- Drivers voor afdrukken en scannen via Web Services installeren (Windows Vista®, Windows® 7 en Windows® 8)
- De installatie van drivers voor afdrukken en scannen via Web Services ongedaan maken (Windows Vista®, Windows® 7 en Windows® 8)
- Drivers voor afdrukken en scannen in de infrastructuurmodus bij gebruik van Vertical Pairing installeren (Windows® 7 en Windows® 8)
- Beschikbare services
- Andere manieren om het IP-adres te configureren
- Het IP-adres configureren met DHCP
- Het IP-adres configureren met BOOTP
- Het IP-adres configureren met RARP
- Het IP-adres configureren met APIPA
- Het IP-adres configureren met ARP
- De netwerkinstellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen
- Het WLAN-rapport afdrukken
- Problemen oplossen
- Voorbereidende maatregelen die problemen uit de weg kunnen ruimen
- Het probleem bepalen en oplossen
- Waar kan ik netwerkinstellingen van de Brother-machine vinden?
- Het lukt niet om de configuratie van het draadloze netwerk te voltooien.
- Het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding gebruiken (Windows®)
- De Brother-machine wordt niet aangetroffen in het netwerk tijdens de installatie van MFL-Pro Suite.
- De Brother-machine kan niet afdrukken of scannen via het netwerk.
- De Brother-machine wordt niet aangetroffen in het netwerk, zelfs niet nadat deze succesvol is geïnstalleerd.
- De netwerkinstellingen werken niet naar behoren.
- Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
- Netwerkmenu op het bedieningspaneel van de Brother-machine
- TCP/IP
- Ethernet (alleen bedrade netwerken)
- Status Bedraad
- MAC-adres
- WLAN-assistent (alleen draadloze netwerken)
- Installatiewizard (alleen draadloze netwerken)
- WPS/AOSS™ (alleen draadloze netwerken)
- WPS m/Pin-code (alleen draadloze netwerken)
- Status WLAN (alleen draadloze netwerken)
- Netwerk I/F (voor bedrade en draadloze netwerken)
- WLAN activeren (alleen draadloze netwerken)
- Wi-Fi Direct™ (alleen draadloze netwerken)
- Netwerk resetten
Verklarende woordenlijst | Sitemap